Filter: Alle
Filter
Veelgestelde vragen

Wat is er afgesproken over het 1 procent extra werken?

In de politie-CAO 2005/2006 hebben de werkgever en de bonden afgesproken dat politieambtenaren tot 2040 jaarlijks 1 procent langer zou gaan werken. Bij een dienstverband van 36 uur komt dat neer op ruim 18 uur per jaar. Die 1 procent extra werken gebeurt niet ‘voor niets’ – zoals opvallend veel collega’s lijken te denken.

Daar staat een enorme investering van de werkgever tegenover om de toenmalige vroegpensioenvoorzieningen overeind te houden. Om dat mogelijk te maken moest hij niet alleen forse bedragen aan fiscale boetes gaan betalen, hij ging daarnaast ook maandelijks extra toelagen aan medewerkers uitkeren waarmee ze desgewenst hun vroegpensioenrechten veilig konden stellen. Dit waren de Toelage Bezwarende Functie, de inhaal-Toelage Bezwarende Functie en een levenslooptoelage ter waarde van 0,75 procent van het salaris.

Andere inzet arbeidsvoorwaardengeld
De regeling waar deze betalingen uit voortkwamen – de vroegpensioen/levensloop-regeling voor de politiesector – is door een reeks politieke bezuinigingsmaatregelen getroffen en zal in de nabije toekomst verdwijnen. Maar de toen afgesproken toelagen betaalt de werkgever nog steeds. In de politie-CAO 2015/2017 hebben de werkgever en de bonden afgesproken dit arbeidsvoorwaardengeld op een andere manier te gaan gebruiken om het politiewerk veiliger en gezonder te maken.

Verlofsparen
De afgelopen jaren is voor de politiesector een unieke vorm van verlofsparen uitgewerkt in een zogenaamde Regeling levensfase-uren (LFU). Het doel daarvan is politiemensen vanaf het begin van hun loopbaan de mogelijkheid geven om extra volledig doorbetaald verlof op te nemen als zij daar behoefte aan hebben. Voor elk dienstjaar krijgen ze daarvoor bovenop de vakantie-uren extra verlofuren toegekend: 53,8 uur bij een 36-urige werkweek.

Opnemen en bijsparen
Deze levensfase-uren kunnen ze opsparen en opnemen voor ieder gewenst doel, bijvoorbeeld extra zorgtaken, studieverlof, een sabbatical of een periode van extra verlof voorafgaand aan het pensioen. Het fiscaal toegestane spaarmaximum is vijftig weken verlof, maar daar kun je in de loop van je werkzame leven natuurlijk meerdere keren extra verlof uit opnemen en daarna weer uren bijsparen.

Overwerkuren
De mogelijkheden op dat gebied worden flink verruimd door de nieuwe CAO-afspraak dat de overwerkvergoeding in tijd na de invoering van het verlofsparen wordt toegevoegd aan het opgebouwde LFU-tegoed. Ook de invoering van een sociaal maximum op inzetgebied zal ongetwijfeld leiden tot de nodige extra uren voor dat tegoed.

LFU vanaf 1 juli 2019
Afgelopen zomer is afgesproken dat het verlofsparen (de LFU) vanaf 1 juli 2019 van start gaat. Voor alle nieuwkomers en politiemedewerkers onder de 46 jaar is deelname verplicht. Collega’s tussen de 46 en 55 jaar mogen kiezen of ze willen deelnemen aan de LFU of liever de huidige vroegpensioenvoorzieningen behouden – met name de levenslooptoelagen en de mogelijkheid van deeltijdpensioen (RPU). Voor de collega’s boven de 55 jaar is die keuze al gemaakt (behoud huidige voorzieningen), aangezien verlofsparen in hun geval onvoldoende profijt oplevert. Daarvoor hebben ze simpelweg nog onvoldoende dienstjaren voor de boeg.

Vrijstelling
Terug naar het jaarlijks 1 procent extra te werken als tegenprestatie voor het enorme bedrag (oplopend tot 2 miljard) dat de werkgever moest gaan betalen om de huidige vroegpensioenvoorzieningen overeind te houden. De bonden hebben in de vorige CAO al met de werkgever afgesproken dat de medewerkers die aan de LFU (moeten) meedoen als extra startbonus kwijtschelding krijgen van het 1 procent extra werken. Het idee was toen dat collega’s die gebruik blijven maken van de huidige vroegpensioenvoorzieningen (levenslooptoelagen, RPU) ook blijven vallen onder de afspraak om als tegenprestatie jaarlijks 1 procent extra te werken.

Ook voor 55+
Op die laatste afspraak zijn de werkgever en de bonden tijdens de nieuwe CAO-onderhandelingen teruggekomen. Afgesproken is nu dat ook de medewerkers die geen andere keuze hebben dan gebruik te blijven maken van de huidige vroegpensioenvoorzieningen worden vrijgesteld van de tegenprestatie om jaarlijks 1 procent extra te werken. Dat zijn dus de huidige collega’s van 55 jaar en ouder.

De gekozen peildatum van de leeftijd van 55 jaar en ouder is 1 juli 2018, maar de vrijstelling gaat pas in op 1 juli 2019 – de dag waarop de LFU officieel van kracht wordt. Dat is niet onredelijk, aangezien de vrijstelling voor de LFU-deelnemers ook pas op die dag ingaat.

Veelgestelde vragen

LFU-keuze: ik wil graag mijn inkomen zoveel mogelijk intact laten. Waar doe ik goed aan?

Als je uitdrukkelijk kiest voor het huidige stelsel verandert er niets aan je inkomen. Je behoudt je algemene levenslooptoelage van 0,75 procent van je pensioengevend inkomen en (indien van toepassing) je toelage bezwarende functie van 1,8 procent daarvan. De TBF loopt maximaal 25 jaar – inclusief je garantiejaren voor de AFUP. Dus hoeveel jaren TBF je nog hebt hangt af van je arbeidsverleden. Maar vooralsnog wijzigt je inkomen niet.

Besluit je vanaf je 55-ste gebruik te maken van de RPU, dan krijg je te maken met een inkomensachteruitgang vanwege de eigen bijdrage van 50 procent in de doorbetaling van de niet-gewerkte uren. Weet je nu al dat je om die reden geen gebruik zult maken van de RPU of schat je in dat dit wel eens zo zou kunnen zijn? Dan is het goed om te onderzoeken of de overstap naar de LFU niet interessant voor je is.

Met de LFU bouw je elk jaar 53,8 uur verlof op naast het startbudget dat je meteen aan het begin krijgt. Voor opnemen van (een deel van) dit verlof hoef je niet te wachten tot je 55-ste en ook mag je het opsparen tot einde loopbaan. Bovendien lever je geen geld in als je de uren opneemt. Ga je uit dienst voordat je met pensioen gaat, dan wordt maximaal 50 procent van het resterende verloftegoed aan je uitbetaald.

Bovendien blijft bij een keuze voor de LFU de iTBF (inhaaltoelage bezwarende functie) in stand tot je 60-ste. Dit is een persoonlijke toelage die niet komt te vervallen.

Met een keuze voor de huidige voorzieningen behoud je dus voorlopig je huidige inkomen inclusief levenslooptoelagen. Met een keuze voor LFU word je op de lange termijn niet geconfronteerd met inkomensachteruitgang als je verlof uit dat tegoed opneemt. Bovendien zorgt dat voor een verloftegoed dat niet verdampt als je er niet direct gebruik van maakt.