Nine Kooiman Bondsvoorzitter

Zeeuwse zelfredzaamheid

Het voelt net als vakantie. Heel vroeg de auto in met koffie, een paar uur rijden door de stromende regen, tol betalen voor toegang tot een tunnel en als je daar uitkomt de zon die je begroet. Het is 23 februari 2024 en ik ben op weg naar het politiebureau in Terneuzen, samen met Leen Spoor, de NPB-bestuurder voor de Politieacademie. Het werkgebied is Zeeuws-Vlaanderen, fysiek enkel aan de rest van Nederland verbonden door de Westerscheldetunnel.

Teamchef Carin Leijssen ontvangt ons hartelijk, maar haar boodschap is stevig. Ze maakt zich ernstig zorgen over de grote druk op ‘haar’ mensen. Ze doen het werk met te weinig collega’s en de aanrijtijden zijn soms (te) lang. Ze toont me een geografische kaart van het enorme werkgebied. ‘Dit is team ZVL en daar rijden in het gunstigste geval drie auto’s. Daar zitten ook collega’s bij die net van de opleiding komen. Ik zou willen dat ik ervaren en onervaren collegae kon mengen op de auto, maar die luxe heb ik niet.’

Onderbezetting
Ze somt de rauwe cijfers op. Haar formatie is 142 voltijdbanen (fte) – inclusief 20 aspiranten. Ze heeft nu een bezetting van 72 collega’s die in de wijken de burger bedienen: surveilleren, reageren op prio 1- en prio 2-meldingen. Dat gebeurt dus letterlijk met de helft van de mensen.

Ruim dertig collega’s van haar basisteam hebben nachtdienstontheffing. Een goede zaak uiteraard, maar het legt wel extra (rooster)druk op de jongere collega’s en anderen binnen het team. Een aantal oudere collega’s draait uit solidariteit soms nog een enkele extra nacht, wat de (rooster)druk voor anderen toch iets verlicht. Voor een verhoging daarvan zorgt het niet gevuld krijgen van belangrijke formatieplaatsen. Inmiddels staan er al geruime tijd vijf vacatures open voor wijkagenten en drie voor operationeel specialisten A (OSA’s).

Opleidingskansen
Carin meldt dat studenten die naar Zeeuws-Vlaanderen komen hetzelfde gevoel hebben als ik tijdens mijn heenreis naar Terneuzen. Het gevoel dat ze op weg zijn naar het buitenland. Daar is volgens haar best een mouw aan te passen. Bijvoorbeeld door te zorgen voor een PA-opleiding in buitengebieden als Zeeland. Op de locatie van de politieacademie in Ossendrecht wordt PO21 niet aangeboden. Een gemiste kans. Nu moeten jongeren voor de basispolitieopleiding (met name het eerste jaar) naar Rotterdam. Dat is letterlijk een paar bruggen (of tunnels) te ver. Er is nu gelukkig wel een Leer- en Ontwikkelplek (LOP) in Vlissingen. Echt een aanwinst voor de Zeeuwse studenten, aldus Carin.

Gemiste kansen zijn er ook bij de vervolgopleidingen. Zo gelden er lange wachttijden voor opleidingen die van essentieel belang zijn voor functies als hulpofficier van justitie. Dat legt extra druk op de andere hulpofficieren in het team en in het district. De wachttijd voor de opleiding daartoe is gemiddeld anderhalf jaar.

Meerdere taken
Van deze informatie zou je depressief kunnen worden, maar daarvoor krijg ik van Carin geen  kans. Trots stelt ze haar collega’s voor, die allemaal meerdere taken blijken te vervullen. Ze vertellen enthousiast over hoe bedreven ze zijn in ‘dossiers’ maken, want ze doen van begin tot eind alles zelf. Ze vinden hun werkgebied hartstikke leuk: enorm afwisselend, je leert heel zelfstandig zaken aanpakken en oplossen.

Veiligheid in het geding
Deze hoge mate van zelfredzaamheid kan ook leiden tot gevaarlijke situaties. Aan de eettafel krijg ik het verhaal te horen over een incident waarbij een collega moest vechten om te overleven. Hij had op de noodknop gedrukt, maar het duurde te lang voordat er assistentie was.

Ron is bereid om me te laten zien hoe groot het werkgebied is. We bootsen een spoedrit na en ik houd de tijd bij. Als we ongeveer op de helft zijn van de te overbruggen afstand, geeft mijn stopwatch drie kwartier aan. Ron is een nuchtere Zeeuw, maar hij maakt zich wel zorgen over de veiligheid van de collega’s.

Verward gedrag
Hij vertelt over het toenemend drank- en drugsgebruik in zijn werkgebied en de opkomst van flakka. Ook in Zeeuws-Vlaanderen zijn er grote zorgen over de personen met verward gedrag. Ik krijg te horen over een man die in een bushokje woonde, naakt rondliep en overal poepte. Niemand greep in. Te goed voor de psychiatrie, te gek voor de maatschappij. Wel de veroorzaker van tweehonderd overlastmeldingen. Hij blijkt de voorgaande avond opgepakt door de zuiderburen in Gent en daar voor onbepaalde tijd opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. ‘Waarom lukt het de Belgen wel en onze Nederlandse zorg niet,’ verzucht Ron.

Hij geeft me uitleg over het Zeeuwse landschap en de (extra) problemen die dat oplevert met de C2000-verbinding. Dat de politietaak hier niet alleen over land gaat, maar ook over zee. Het is niet ongebruikelijk dat hij bij toeval een drugsboot onderschept. Maar posten aan de kust bij een vermoeden zit er niet in. Dan heb je de auto’s niet vrij voor de meldingen.

‘s Avonds rijd ik de Westerscheldetunnel weer in ‘naar de overkant’ - zoals ze in Zeeuws-Vlaanderen zeggen. Het optimisme van het team heeft me aangestoken: wat een saamhorigheid en betrokkenheid! Laten wij ‘van de overkant’ daar inspiratie uit putten - en deze collega’s waar mogelijk vanuit diezelfde gevoelens en drijfveren ondersteunen. 

Meer over:
Blog