Koen Simmers NPB-hoofdbestuurder

Wijkagent 2.0

Er zijn Tweede Kamerverkiezingen op komst (17 maart 2021), met als gevolg dat je politici weer eisen hoort stellen als ‘meer blauw op straat’ en ‘de wijkagent in de wijk’. Dat roept bij het grote publiek soms het gevoel op dat iemand gemakkelijk probeert te scoren met een oud succesnummer. Dat is zeker niet altijd het geval. Als NPB-hoofdbestuurder heb ik regelmatig contact met politici van verschillende partijen die zich ook buiten verkiezingstijd druk maken over de capaciteitsproblemen bij de politie - helaas nog altijd erg actueel.

Zelf heb ik wel moeite met politici en critici die ineens ‘meer blauw’ en ‘meer wijkagenten’ eisen terwijl ze geen flauw benul hebben van wat politie- en wijkagenten eigenlijk doen. De wijkagent wordt vaak gezien als een soort Bromsnor – de op zijn gemak door het dorp kuierende veldwachter uit de legendarische tv-serie Swiebertje. Ze hebben geen idee dat wijkagent een zeer verantwoordelijke seniorfunctie is. Een functie waarbij je niet alleen intensief samenwerkt met netwerk- en gesprekspartners van MBO- tot WO-niveau, maar ook inspringt in de noodhulp en als OPCO, clusterchef en bijvoorbeeld horecabrigadier.

Te weinig tijd voor goede wijkzorg
De huidige wijkagenten hebben te weinig tijd voor hun vele officiële taken, mede doordat ze te veel noodhulpdiensten (moeten) draaien. In veel gebieden blijft de wijkzorg alleen nog overeind omdat we allemaal zo loyaal zijn aan de samenleving en uit vrije wil extra tijd en energie steken in ons werk. Dat zal niet altijd zo blijven. Wil Nederland de basispolitiezorg en de noodhulp behouden die ze gewend is, dan hebben wij de komende jaren veel nieuwe collega’s nodig. Alleen door structurele investeringen in de sterkte zal de wijkagent weer voldoende werktijd kunnen besteden aan goede wijkzorg.

Cultureel meegroeien
Tegelijk met deze investeringen is het zaak de politie ook cultureel te laten meegroeien met de veranderingen in de Nederlandse samenleving. Alleen op die manier behouden we een politie voor iedereen, die midden in de samenleving staat, goed toegankelijk is en een sterke informatiepositie heeft. Dat brengt in mijn ogen met zich mee dat we doelen als ‘de wijkagent in de wijk’ en ‘meer blauw op straat’ moeten verruilen voor doelen als ‘tijd voor de wijk’ en ‘context-gedreven werken’.

Lokaal maatwerk
Uitgangspunt daarbij is dat de wijkagenten niet alleen de verantwoordelijkheid dragen voor de kwaliteit van de wijkzorg, maar samen met collega’s en burgers. Praktisch betekent dat werken in clusters door een diverse en inclusieve politie die online en offline deelneemt aan de maatschappij; preventief, incidentgericht en met behulp van burgerparticipatie. Lokaal maatwerk – daar ligt de toekomst van het politiewerk.

Te weinig aanspreekbaar
Dat is een uitdaging en klinkt misschien nog een beetje zweverig. Laat ik met een concreet voorbeeld proberen uit te leggen wat ik bedoel. Een wijk, dorp of stad heeft bijvoorbeeld op Facebook eigen groepen, soms met tienduizenden leden. Daar gaat van alles rond, van meldingen over auto-inbraken en verdachte situaties tot een gedetailleerde getuigenverklaring van een ernstige mishandeling en signalen van maatschappelijke onrust. Veel van deze signalen bereiken de politie niet doordat wij daar niet (of te weinig) herkenbaar en aanspreekbaar zijn en mensen er dus van afzien om aangifte te doen of problemen te melden.

Burgerparticipatie
Het is van groot belang dat daar verandering in komt en de politie ook laat zien dat er met signalen ook iets gebeurt. Dat kan bijvoorbeeld door informatie te delen om op die manier burgerparticipatie op te roepen. Denk aan de vermissing van een weggelopen vijfjarig jongetje. Na plaatsing van een bericht in ‘heel Tilburg in een groep’ waren binnen een half uur honderdvijftig burgers en buurtpreventieleden aan het zoeken, onder aansturing van de politie en de OVD. Een uitstekende manier om samen voor veiligheid te zorgen en zo veel mogelijk (deskundige) politiecapaciteit vrij te spelen voor het reageren op andere meldingen.

Sociale media
Ik zie burgerparticipatie echt als een aanwinst voor het politiewerk, waar we in de toekomst veel meer gebruik van moeten maken. Ik roep alle (wijk)agenten op binnen de mogelijkheden actief deel te nemen in groepen op sociale media. Ik gebruik altijd het voorbeeld van een buurthuis. Als je daar een afspraak hebt, praat je waarschijnlijk altijd met dezelfde kleine groep mensen (moet je overigens zeker blijven doen). De groepen op sociale media kan je zien als een soort digitaal buurthuis met een bereik van honderden tot tienduizenden wijkbewoners.

De juiste politieke besluiten
Het benutten van de sociale media kan ons als politie beter aanspreekbaar maken en ervoor zorgen dat we ons werk effectiever kunnen doen. Natuurlijk moeten we dit gebruik altijd blijven combineren met het werk op straat en warme contacten in de wijk, op scholen en lokale evenementen. En met de juiste politieke partijen in het nieuwe kabinet en de juiste afspraken over investeringen in de Nationale Politie in het komende regeerakkoord hebben wijkagenten daar in de nabije toekomst hopelijk ook weer voldoende tijd voor.

Meer over:
Blog