29 september 2017

Bonden eisen naleving CAO-afspraken loopbaanbeleid

Onder druk van de politiebonden heeft de korpsleiding op dinsdag 26 september besloten dat in het vierde kwartaal van 2018 de afgeschafte basisopleiding op niveau 3 weer wordt ingevoerd ten koste van de opleidingsplaatsen op niveau 4. Dit is volgens de bonden slechts een eerste stap op de goede weg. Het opleidingsbeleid vanaf 1 januari 2019 laat het korps afhangen van de uitkomst van de komende CAO-onderhandelingen.

Bij de politie komt het nogal eens voor dat mensen na het voltooien van hun basisopleiding langdurig geplaatst worden in functies beneden hun opleidingsniveau. In de politie-CAO 2015/2017 is vastgelegd dat zowel de werkgever als de bonden dat onwenselijk vinden. Afgesproken is dan ook om voor instromers vaste ‘eerste loopbaanpaden’ te ontwikkelen. Die uitgestippelde paden moeten waarborgen dat instromers binnen een redelijke termijn in de functie worden geplaatst waarvoor ze geworven zijn. De beoogde loopbaanpaden – aldus de CAO-tekst – bestaan uit ‘een combinatie van opleiding, leren in de praktijk en het opdoen van werkervaring in verschillende functies’.

Alleen nog niveau 4
Begin september kwamen de bonden en de korpsleiding in conflict over de uitvoering van de CAO-afspraken over het loopbaanbeleid. Belangrijkste oorzaak was het besluit van de korpsleiding om de basisopleiding op niveau 3 af te schaffen en alleen nog de basisopleiding op niveau 4 aan te bieden. Een besluit dat voortkwam uit de wens om het gemiddelde opleidingsniveau binnen de politie te verhogen. Daar is niets mis mee, zolang de collega’s die de opleiding op niveau 4 hebben gevolgd ook binnen een redelijke termijn aan het werk kunnen in een functie op dat niveau. Daar zit nu precies het probleem: dat perspectief is er niet. Er zijn simpelweg te weinig arbeidsplaatsen op niveau 4 beschikbaar.

Doorstroomkansen
Een ander onderdeel van de loopbaanafspraken was het uitwerken van overgangsbeleid voor zittend personeel. Maar hoe meer nieuwe medewerkers instromen op niveau 4 (schaal 8), hoe kleiner de doorstroomkansen voor de huidige collega’s in een functie op schaal 7. Ook op dit punt pakt het besluit om te stoppen met de opleiding op niveau 3 dus funest uit. Dit alles nog los van de goede balans tussen de functies Senior GGP, Medewerker GGP en Generalist GGP die binnen de basisteams nodig is.

Eis bonden
Volgens de NPB en de andere politiebonden was er maar één manier om de loopbaanafspraken uit de CAO op korte termijn alsnog te kunnen nakomen: stoppen met de instroom van kandidaten voor de basisopleiding op niveau 4 en opnieuw starten met het aanbieden van de opleiding op niveau 3. De bonden zijn blij dat korpschef Erik Akerboom aan deze oproep gehoor heeft gegeven. Veel verder wil hij voorlopig niet gaan helaas. Het opleidingsbeleid vanaf 2019 laat het korps afhangen van de uitkomst van de komende CAO-onderhandelingen.

Voor een dubbeltje op de eerste rang
Om het loopbaanbeleid op de langere termijn goed te laten werken, is meer nodig. Als de wens is om het gemiddelde opleidingsniveau in de politieorganisatie te verhogen, dan kan dat niet zonder consequenties blijven voor de inrichting van de organisatie en de functies waarin medewerkers worden aangesteld. Wat de bonden betreft kan de werkgever niet ‘voor een dubbeltje op de eerste rang’ zitten.

Vergrijzing
Een tweede probleem dat moet worden opgelost, is de vergrijzing binnen de politieorganisatie. Politiemensen gaan noodgedwongen steeds later met pensioen. Daardoor komen er weinig functies beschikbaar waar jongere collega’s naar kunnen doorstromen. De organisatie zit als het ware ‘op slot’. Mede om die reden zijn de politiebonden acties gestart om politieke en publieke steun te verwerven voor de herinvoering van fatsoenlijke (vroeg)pensioenmogelijkheden voor politiemedewerkers.