31 januari 2018

Werkgever traineert uitvoering RAAF

Sinds 1 juli 2017 kunnen politiemensen die al minstens een jaar in opdracht van het korps taken vervullen die niet in hun functiebeschrijving staan aanspraak maken op overplaatsing naar een andere functie. De afspraken tussen de werkgever en de bonden daarover zijn vastgelegd in een regeling die kortweg de RAAF wordt genoemd. Helaas zijn de eerste ervaringen van de NPB met de uitvoering van de RAAF niet zo positief.

Om te beginnen de beslistermijn. Op aandringen van de werkgever werd overeengekomen dat het korps 26 weken (zes maanden) de tijd kreeg om op een RAAF-aanvraag te beslissen. Een lange termijn, maar die was volgens de werkgever noodzakelijk omdat hij erg veel aanvragen verwachtte en het afgesproken besluitvormingstraject – inclusief het voorleggen van de voorgenomen besluit aan een adviescommisie – zorgvuldig wilde doorlopen.

Mager onderbouwd
Inmiddels is het zeven maanden na 1 juli 2017. In die tijd hebben 700 collega’s gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een RAAF-verzoek in te dienen: een aantal dat erg meevalt (100 per maand). Toch heeft bijna niemand binnen 26 weken een definitief besluit gekregen. Pas in november/december zijn de eerste zeventig voorgenomen besluiten bekend gemaakt en die zijn vrijwel allemaal afwijzend en erg mager onderbouwd

Patstellingen
Ook zijn er zorgen over de behandeling van de aanvragen. De teamchef is een belangrijke schakel in het RAAF-proces. Hij kan bij uitstek beoordelen of een collega afwijkende werkzaamheden heeft verricht die passen bij een andere functie. In de praktijk blijkt het advies van de teamchef echter weinig gewicht in de schaal te leggen. De NPB heeft signalen gekregen dat er patstellingen ontstaan tussen teamchefs die vinden dat de RAAF-aanvraag toegekend moet worden en de HRM-organisatie die daar anders over denkt.

Taakverdeling
Natuurlijk moet de specifieke deskundigheid van de HRM-organisatie niet onderschat worden. Maar de teamchef heeft echt veel meer zicht op de werkzaamheden van een collega en de invulling van de functie binnen het team. Wat de NPB betreft is de taakverdeling helder: HRM adviseert, maar het bevoegd gezag maakt de afweging en neemt het besluit. Het kan niet zo zijn dat besluiten langdurig worden opgehouden omdat het bevoegd gezag en HRM het niet met elkaar eens zijn.

Onderscheid maken
Voor een succesvol beroep op de RAAF moet een politiemedewerker ‘aannemelijk maken’ dat hij de kern van de werkzaamheden van een andere functie ‘in overwegende mate’ heeft uitgevoerd. Dat klinkt eenvoudig, maar is soms best lastig. Met name in de vakgebieden Intake & Service, Bedrijfsvoeringspecialismen en Operationeel Specialismen zijn de verschillende functies maar moeilijk van elkaar te onderscheiden op basis van hun inhoudelijke beschrijvingen. Mede daardoor worden ze in de praktijk op allerlei uiteenlopende manieren ingevuld. Dat kan tot behoorlijke problemen leiden als je moet aantonen dat je al enige tijd taken vervult die niet bij één van die functies horen.

Barrières
Het is de NPB bovendien gebleken dat de werkgever hoge eisen stelt aan het ‘aannemelijk maken’. Hoewel de toelichting op de RAAF vermeldt dat een medewerker zijn aanvraag op alle mogelijke manieren kan onderbouwen – bijvoorbeeld door het beschrijven van zijn taken – werpt de werkgever allerlei barrières op. Aanvragen worden afgewezen met als argument dat een onderbouwing met schriftelijke stukken ontbreekt of dat iemand niet alle taken van een andere functie heeft uitgevoerd.

(In dat laatste geval kun je je beroepen op de zogeheten ‘organisatorische context’. Dat houdt in dat jou niet mag worden tegengeworpen dat je een taak uit de functiebeschrijving niet hebt uitgevoerd als die taak ook aan functiegenoten niet wordt opgedragen. Dit verandert echter niets aan de eis dat je de kernelementen van die andere functie in overwegende mate moet hebben uitgevoerd.)

RAAF-bijeenkomsten
Hoe dan ook: de werkgever schiet medewerkers dus bepaald niet te hulp en dat betekent dat het zaak is goed beslagen ten ijs te komen. De NPB heeft in de aanloop naar 1 juli 2017 op meerdere politielocaties voorlichting gegeven over de mogelijkheden die de RAAF biedt. Omdat niet iedereen daarbij aanwezig kon zijn en er nog steeds belangstelling is voor de RAAF, komt de NPB sindsdien op verzoek op werkplekken langs om uit te leggen wat de RAAF inhoudt en tips en trucs te geven. Vorige week deden we dat bijvoorbeeld in Apeldoorn (Politieacademie) en op bureau IJsselstein (Midden-Nederland).

NPB-rechtshulp
Natuurlijk hoef je niet per se naar een bijeenkomst te komen om via de NPB wijzer te worden over de RAAF. Voor ondersteuning bij het indienen van je RAAF-aanvraag, het opstellen en verwoorden van je zienswijze en het voeren van procedures kun je mailen of bellen met onze IBB-afdeling (085 – 89 00 430). Ook helpen we je graag bij het maken van een ingebrekestelling als je aanvraag meer dan 26 weken geleden is ingediend en je de afhandeling wilt bespoedigen.

Meer over:
Rechtspositie