Kaderleden en organen van de bond (artikel 10 en 11)

Artikel 10
KADERLEDEN

1. Kaderleden zijn leden die binnen de bond, namens de bond of op voordracht van de bond een of meer functies vervullen of activiteiten verrichten.

2. Leden mogen voor werkzaamheden die verband houden met de bond geen beloning aanvaarden, tenzij het hoofdbestuur daarvoor toestemming heeft gegeven.

3. In het huishoudelijk reglement wordt vastgelegd welke functies binnen de bond, namens de bond of op voordracht van de bond een lid niet tegelijkertijd kan vervullen.

-------------------------

Artikel 11
ORGANEN VAN DE BOND

De bond kent zes (6) organen, die geen van allen rechtspersoonlijkheid bezitten.

a)      Het ledencongres.

b)      De bondsraad.

c)      Het hoofdbestuur.

d)      Het dagelijks bestuur.

e)      Adviesorganen.

f)      Afdelingen.