Bondsraad - samenstelling en bijeenkomsten (artikel 18, 19 en 20)

Artikel 18
BONDSRAAD

1. Tussen twee (2) ledencongressen in houden de leden van de bond toezicht op het doen en laten van het hoofdbestuur via hun vertegenwoordigers in de bondsraad.

2.  De bondsraad is niet alleen een toezichthoudend orgaan. Op bepaalde (statutair vastgelegde) beleidsterreinen heeft hij namens de leden ook, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21 van de statuten, een duidelijke inhoudelijke invloed op de uitvoerende besluiten die tussen twee (2) ledencongressen in genomen moeten worden.

------------------------

Artikel 19
SAMENSTELLING BONDSRAAD

1. De bondsraad bestaat uit leden van de bond die door de afdelingen zijn afgevaardigd. Elke afdeling heeft het recht uit zijn achterban twee (2) leden en twee (2) plaatsvervangende leden voor de bondsraad te kiezen.

2. De zittingstermijn voor een lid van de bondsraad is vier (4) jaar. Zowel de vaste leden als de plaatsvervangers kunnen slechts één keer worden herkozen voor een direct aansluitende zittingsperiode. De zittingstermijnen worden geteld vanaf een januari tweeduizend vijftien (01-01-2015).

3. Geeft een lid voor het einde van een zittingstermijn zijn zetel in de bondsraad op, dan verkiest de afdeling die hem had afgevaardigd tussentijds een opvolger. Het mandaat van deze opvolger loopt in dat geval tot het einde van de zittingsperiode van zijn voorganger. Wordt de opvolger daarna herkozen voor een volledige zittingstermijn, dan geldt die als zijn eerste bondsraadperiode. Hij behoudt dan dus de aanspraak op een direct aansluitende tweede volledige zittingstermijn zoals geregeld in lid 2 van dit artikel. 

4. Een plaatsvervangend lid is bevoegd om namens de afgevaardigde die hij vervangt bij vergaderingen van de bondsraad aanwezig te zijn en aan stemrondes mee te doen. 

5. De leden van de bond kunnen in een beveiligde omgeving op internet een actueel overzicht vinden van hun vertegenwoordigers in de bondsraad. 

-----------------------

Artikel 20
BIJEENKOMSTEN BONDSRAAD

1. De bondsraad komt minstens tweemaal per jaar bijeen op een door het hoofdbestuur vastgestelde datum, tijd en plaats.

2. Een extra bijeenkomst wordt belegd als minstens tien procent (10%) van het aantal leden van de bondsraad het hoofdbestuur daarom schriftelijk verzoekt. In dat verzoek moet dan ook staan welke onderwerpen tijdens de vergadering behandeld dienen te worden.

Het hoofdbestuur heeft na het ontvangen van zo’n verzoek veertien (14) dagen de tijd om een extra vergadering van de bondsraad uit te schrijven. De daarvoor gekozen datum mag niet later zijn dan vier (4) weken na de ontvangst van het verzoek. Blijft het hoofdbestuur in gebreke, dan zijn de verzoekers bevoegd de bijeenkomst zelf uit te schrijven.

3. Tijdens zijn eerste bijeenkomst na een ledencongres kiest de bondsraad een lid van de bond als voorzitter. Dat hoeft niet per se een lid van de bondsraad te zijn. Vereist is wel dat hij geen deel uitmaakt van het hoofdbestuur. Ook kiest de bondsraad tijdens die eerste vergadering een plaatsvervangend voorzitter. Dat moet wel een lid van de bondsraad zijn.

4. De bondssecretaris fungeert als secretaris van de bondsraad.

5. De relevante stukken voor een bijeenkomst van de bondsraad – waaronder de uitnodiging – worden twee (2) weken van te voren naar de leden van de bondsraad gestuurd. Deze termijn kan met een (1) week worden verkort als naar het oordeel van het hoofdbestuur bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven.

6. Tijdens stemrondes van de bondsraad is het aantal stemmen van een afdeling gelijk aan het aantal leden van de afdeling op 1 januari van het lopende jaar. De twee (2) afgevaardigden van een afdeling brengen elk de helft van dat aantal stemmen uit. Een eventuele reststem wordt aan een (1) van de twee (2) toebedeeld op grond van de alfabetische volgorde van hun namen op de presentielijst.

7. Een lid van de bondsraad stemt persoonlijk, zonder bindend mandaat. Is een lid verhinderd, dan kan hij niet iemand anders sturen en die de door hem gewenste stem laten uitbrengen.

8. Elk adviesorgaan binnen de bond heeft het recht om twee (2) van zijn leden de vergaderingen van de bondsraad te laten bijwonen en daar het woord te voeren.

9. Ook de leden van het hoofdbestuur hebben het recht om de vergaderingen van de bondsraad bij te wonen en daar het woord te voeren.

10. Op verzoek van een afdeling kunnen maximaal drie (3) leden van de bond een vergadering van de bondsraad bijwonen als inspreker. De voorzitter van de bondsraad  moet daar vooraf mee hebben ingestemd. De insprekers hebben geen stemrecht.