Waarom was de werkgever niet te porren voor het maximale RVU-bedrag op basis van het landelijk pensioenakkoord (drie keer het fiscaal vrijgestelde jaarbedrag)?

De minister heeft de bonden van begin af aan laten weten dat hij de RVU-regeling alleen wilde gebruiken om de huidige zestigplussers te helpen ontkomen aan de jaren dat ze langer moeten doorwerken als gevolg van de verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd.

Op basis van de huidige afspraken zal die stijging tot en met 2025 maximaal twee jaar zijn (van 65 naar 67 jaar). Om die reden heeft de werkgever tijdens de onderhandelingen stevig vastgehouden aan een maximaal bedrag ter waarde van twee keer het maximale jaarbedrag uit het landelijk pensioenakkoord.

Volledigheidshalve: op basis van het pensioenakkoord blijft de AOW-gerechtigde leeftijd tot en met 2021 staan op 66 jaar en vier maanden. Daarna wordt hij vanaf 2022 66 jaar en zeven maanden en vanaf 2023 naar 66 jaar en tien maanden. Vanaf 2024 wordt de AOW-gerechtigde leeftijd 67 jaar en daar komt in ieder geval in 2025 geen verandering in.