Waarom is voor een tijdelijke regeling voor de jaren 2021 tot en met 2025 gekozen?

Dit is de fiscale (beleids)ruimte die in het landelijk pensioenakkoord van juni 2019 geboden wordt voor tijdelijke sectorale vroegpensioenregelingen. Het is de bedoeling dat in het afgesproken nieuwe Nederlandse pensioenstelsel ook weer fiscale ruimte komt voor het afspreken van structurele sectorale vroegpensioenregelingen. De politiek, werkgevers en bonden hebben echter tijd nodig om dat nieuwe stelsel praktisch uit te werken. Vandaar dit gebaar richting de huidige zestigplussers.

Concreet heeft de overheid ermee ingestemd dat vroegpensioenuitkeringen aan deze groep werknemers niet belast worden met de gebruikelijke fiscale opslag (boete) van 50 procent, mits deze uitkeringen plaatsvinden binnen drie jaar voor iemands AOW-leeftijd en niet meer dan € 21.200 per jaar* bedragen. Deze vrijstelling maakt dergelijke regelingen in ieder geval voor de periode 2021-2025 weer enigszins betaalbaar en dus bespreekbaar tussen de werkgevers en de bonden.

* Het niveau van dit bedrag wordt jaarlijks vastgesteld. Voor 2020 is dit maximumbedrag € 21.200 per jaar (pakweg € 1.767 per maand).