26 april 2017

Bij PTSS-smartengeld hoort inflatiecorrectie

Het bedrag aan smartengeld dat politiemedewerkers krijgen toegekend op basis van de Coulanceregeling PTSS moet door de werkgever zijn opgewaardeerd met een bedrag aan inflatiecorrectie (indexatie). Dat heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 maart 2017 bepaald in een door NPB aangespannen rechtszaak. Door deze uitspraak krijgen flink wat collega’s met PTSS recht op een extra bedrag, dat kan oplopen tot duizenden euro’s.

Sinds 1 januari 2013 kent de Nationale Politie een officieel PTSS-beleid, dat gedupeerde collega's aanspraak geeft op allerlei met de bonden afgesproken (financiële) voorzieningen. Een verzoek om daarvoor in aanmerking te komen kan worden ingediend tot vijf jaar nadat PTSS is vastgesteld.

Daarnaast kent het korps sinds 1 januari 2015 een met de bonden overeengekomen Coulanceregeling PTSS, bedoeld om alsnog 'een redelijke compensatie' te bieden aan collega’s die in een eerdere fase PTSS hebben opgelopen maar door de verjaringstermijn geen aanspraak meer kunnen maken op de nieuwe voorzieningen.

Indexatie vergeten
De zaak bij de Centrale Raad van Beroep was door de NPB aangespannen namens een collega die op grond van de Coulanceregeling PTSS in 2015 het maximale smartengeld van € 150.000 toegekend had gekregen. De NPB diende tegen dat besluit een bezwaarschrift in, want bij het vaststellen van het uit te keren bedrag had de werkgever geen indexatie toegepast. Dat wil zeggen: het bedrag was niet verhoogd om tot inflatiecorrectie te komen.

Maximumbedrag
Het korps liet weten dat bij toegekende bedragen aan smartengeld op basis van de Coulanceregeling PTSS indexatie niet aan de orde was. Sterker nog: zo'n opwaardering was volgens de werkgever zelfs expliciet uitgesloten doordat in die regeling het maximumbedrag van € 150.000 was opgenomen.

Verminderde koopkracht
De NPB was het daar niet mee eens. In de Coulanceregeling staat duidelijk dat bij het realiseren van de beoogde ‘redelijke compensatie’ zoveel mogelijk aansluiting is gezocht ‘bij bestaande rechtspositionele voorzieningen’. Volgens de NPB een verwijzing naar artikel 54a van het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp).

Daarin wordt voorgeschreven dat vastgestelde bedragen aan smartengeld vanwege dienstongevallen en beroepsziekten geïndexeerd moeten worden tot op het moment van het toekenningsbesluit. Deze ingreep staat los van de mate of oorsprong van de smart, maar dient ertoe de waarde van de compensatie te beschermen tegen de in de loop der tijd opgetreden inflatie (verminderde koopkracht per euro).

Jaarlijkse opwaardering
De NPB besloot de zaak voor te leggen aan de rechter en werd op 23 maart in hoger beroep in het gelijk gesteld door de Centrale Raad van Beroep - de hoogste rechter in ambtenarenzaken. Die voerde als extra argument aan dat in de politie-CAO 2012-2014 nota bene was afgesproken om artikel 54a uit te breiden met de bepaling dat het maximumbedrag aan smartengeld voortaan jaarlijks zou worden geïndexeerd 'overeenkomstig de consumentenprijsindex'. Citaat Centrale Raad: 'Als het de bedoeling van de minister was geweest om in de Coulanceregeling te regelen dat het maximumbedrag van € 150.000 inclusief indexering is, dan had het op zijn weg gelegen dat daarin uitdrukkelijk op te nemen.’

Consumentenprijsindex
De Centrale Raad was het ermee eens dat het NPB-lid bovenop het bedrag van € 150.000 een extra bedrag toegekend had moeten krijgen ter correctie van de inflatie tussen 2012 en de toekenning van het smartengeld in 2015. Volgens de consumentenprijsindex van het CBS ging het daarbij om een inflatie van 6,2 procent - oftewel een bedrag van € 9.320. De werkgever werd dan ook veroordeeld tot het alsnog uitkeren van dit bedrag.

NPB-jurist Michiel Welter: ‘Deze uitspraak is van belang voor iedereen die nog recht heeft op smartengeld. Ter zitting bij de Centrale Raad heeft het bevoegd gezag bovendien nog herhaald dat de uitspraak van toepassing zou zijn op alle uitkeringen die in het verleden zonder indexering zijn gedaan. Wij vinden dat het korps de daad bij het woord moet voegen.’

Heb jij recent een PTSS-besluit gekregen op basis van de Coulanceregeling en is daarbij geen indexatie toegepast? Dan is het verstandig om een bezwaarschrift in te dienen. De NPB helpt zijn leden daar graag bij. Heb je dat besluit langer dan zes weken geleden ontvangen, dan is een bezwaarprocedure niet meer mogelijk. Over wat je in dat geval het beste kunt doen (samen met de NPB) komen we later met een juridisch advies.