Wie hebben aanspraak op de eenmalige uitkeringen in de eerste helft van 2024?
Het nieuwe onderhandelaarsakkoord bevat naast afspraken over drie structurele (blijvende) salarisverbeteringen ook een afspraak over een eenmalige koopkrachtimpuls in de vorm van zes maandelijkse uitkeringen van januari tot en met juni 2024.
Afgesproken is dat deze uitkeringen leiden tot een bedrag van € 1.200 voor collega’s die op 1 januari 2024 een dienstverband van 36 uur hebben. Zij krijgen in principe dus zes keer € 200 uitbetaald. Daarbij gaat het - zoals altijd in cao-afspraken - om bruto bedragen.
Is je dienstverband op 1 januari 2024 meer of minder dan 36 uur? Dan worden het bedrag van € 1.200 en de daaruit voortvloeiende maandelijkse uitkeringen naar rato aangepast. Een collega met een 38-urige werkweek heeft dus aanspraak op € 1.266 in totaal en op een maandelijkse eenmalige uitkering van € 211.
De enige voorwaarde om voor deze eenmalige uitkeringen in aanmerking te komen is dat je in de maand van uitbetaling in dienst bent van de Nationale Politie. Ook alle aspiranten in hun eerste jaar kunnen dus een of meer van deze uitkeringen tegemoet zien - ongeacht of ze in dat jaar een tegemoetkoming of een salaris ontvangen.
Ben je in de eerste helft van 2024 met onbezoldigd buitengewoon verlof, dan heb je minder of helemaal geen aanspraak op deze eenmalige uitkeringen.
Gezien hun incidentele karakter leiden deze uitkeringen niet tot hogere aanvullingen van de werkgever op uitkeringen wegens ziekte. (De hoogte daarvan is namelijk exclusief gekoppeld aan het structurele beloningssysteem = de salarisschalen.)