29 juni 2021

‘Je moet het lef hebben om zaken aan te kaarten’

In 2021 worden in veel politie-eenheden verkiezingen gehouden voor een nieuwe ondernemingsraad. Hoe leuk is het om vanuit de OR als personeelsvertegenwoordiger bij de verbetering van de bedrijfsvoering binnen de Nationale Politie betrokken te zijn? Els Megelink, de huidige voorzitter van de OR in Oost-Nederland, krijgt er veel energie van.

Els kwam in de jaren tachtig bij de politie werken als alarmcentralist 0611, wat nu 112 is. In 1994 stapte ze over naar de recherche. ‘De eerste twaalf jaar als medewerker tactische opsporing, een functie die na de personele reorganisatie in 2016 veranderde in medewerker intake & service. Anders dan die naam doet vermoeden kwam ik daardoor niet achter de balie terecht. Ik bleef gewoon werkzaam in de opsporing. Daarnaast was ik vertrouwenspersoon in Twente en later ook voor Oost-Nederland.’

Medezeggenschap
Haar eerste ervaring op het gebied van de medezeggenschap over de bedrijfsvoering deed Els op bij de Dienstcommissie van de toenmalige Divisie Georganiseerde Criminaliteit (nu DRR) en later als secretaris bij de onderdeelcommissie (OC). Na de lancering van de Nationale Politie besloot ze in 2014 NPB-kandidaat te worden voor de Ondernemingsraad binnen de nieuwe politie-eenheid Oost-Nederland.

Medewerkersparticipatie
Els: ‘Volgens toenmalig politieminister Opstelten zou binnen het nieuwe landelijke korps meer ruimte zijn voor medewerkersparticipatie. Mooi dacht ik, dan krijgt het personeel meer te vertellen over zijn eigen werk. Daar wil ik aan meedoen! In mijn functie zat ik wel aan mijn plafond, dat speelde mee. Ik had al om me heen gekeken, maar zonder executieve opleiding lagen de kansen niet voor het oprapen. Ik zag de medezeggenschap als een mooie kans om mijn kennis te verbreden en invloed te kunnen uitoefenen op de ontwikkeling van de nieuwe eenheid Oost-Nederland, met een goede balans tussen medewerker en organisatie.’

Vrijgesteld
Eenmaal gekozen ontdekte Els hoe het was om voor de helft van haar werktijd vrijgesteld te zijn voor haar OR-werk. ‘Dat vond ik heel prettig. Je bent voor de helft gewoon werkzaam in je eigen team en krijgt dan alles mee van de werkvloer. Voor de andere helft zit je in de OR en verdiep je in alle ontwikkelingen binnen de eenheid. Ik deed al snel veel extra kennis op over de organisatie en de bedrijfsvoering.’

Voorzitter vol energie
Na haar herverkiezing in 2017 werd Els voorzitter van de OR. ‘Vooraf had ik al laten weten dat ik eventueel wel voorzitter of secretaris wilde worden. Toen de enige andere kandidaat met voorzittersambitie zich op het allerlaatste moment terugtrok, kwam ik bovenaan de NPB-kandidatenlijst te staan. Na de eerste schrik dacht ik: dit is mijn kans, ik ga ervoor. Ik vind het echt ontzettend leuk en krijg heel veel energie van mijn rol als voorzitter. Mede dankzij mijn volledige vrijstelling kan ik me nu echt mega ontwikkelen. Naast mijn kennis is nu ook mijn netwerk enorm uitgebreid. Dat komt ook doordat we gekozen hebben voor een andere aanpak dan voorheen, toen het Dagelijks Bestuur wel erg dominant was. Wij streven naar een hele actieve OR met veel ruimte voor alle medezeggenschappers.’

Overlopende agenda
Hoe ziet de agenda van een OR-voorzitter eruit? ‘Die loopt over. Dit is echt een functie die je niet van negen tot vijf kunt doen. Door de week sta je gewoon de hele dag aan. Je bent voor heel veel mensen een eerste aanspreekpunt, ook binnen je eigen club. Daarnaast word je als voorzitter van de OR echt voor van alles en nog wat uitgenodigd – vergaderingen, bijeenkomsten, overleggen. Dus ik reis vrij veel, van mijn huis in Enschede door de hele regio, maar ook naar Den Haag en Utrecht. Gelukkig heb ik veel energie en vind ik het leuk. Ik ben heel actief, maar dat geldt voor heel veel van de huidige OR-leden. Ik geniet van de drukte, maar vanaf vrijdagmiddag geniet ik ook echt van mijn vrije tijd.’

Denken in mogelijkheden
Els krijgt veel energie van de manier waarop de OR van Oost-Nederland momenteel draait. ‘Nieuwe ideeën worden op prijs gesteld, er is ruimte om je eigen talenten te ontwikkelen. Wat ik vooral heb geleerd in de OR is dat je een beetje lef moet hebben. Wil je als OR-lid uit de verf komen, dan moet je kunnen samenwerken, luisteren en een moreel kompas hebben. Bovendien moet je lef tonen en zaken bespreekbaar durven maken – uiteraard met een positieve, opbouwende insteek. Waar ik slecht tegen kan zijn oneerlijkheid en dubbele agenda’s. Ook vind ik het heel lastig als mensen niet willen bewegen. Als er in onmogelijkheden wordt gedacht in plaats van mogelijkheden.’

Investeren in jezelf
In 2021 staan binnen de Nationale Politie nieuwe OR-verkiezingen op het programma. Waarom zouden collega’s zich kandidaat moeten stellen? Els: ‘Medezeggenschap is heel lang niet erg sexy geweest, maar vergis je niet: een periode meedraaien in de OR kan heel veel bijdragen aan je persoonlijke ontwikkeling. Op straat doen agenten een stap vooruit. Naar mijn idee doen we dat in de OR ook. Je investeert in je kennis en je netwerk en zit met je neus bovenop allerlei organisatorische ontwikkelingen waar jij namens de collega’s iets van mag vinden. Leerzaam, nuttig en sociaal – wat wil je nog meer?’