Kandidaatstelling en onverenigbare functies (artikel 8 en 9)

Artikel 8
KANDIDAATSTELLING

1. Elk lid van de bond kan bij het bestuur van zijn afdeling kandidaten aanmelden voor alle bondsorganen, met uitzondering van het dagelijks bestuur. De kandidaten moeten behoren tot dezelfde afdeling als het lid dat hen voordraagt.

2. Een kandidaatstelling moet gepaard gaan met het inleveren van een door het hoofdbestuur vastgesteld instemmingsformulier, volledig ingevuld en ondertekend door de kandidaat.

3. In drie gevallen kunnen leden van de bond zich alsnog kandidaat stellen tijdens de vergadering van het orgaan of onderdeel van de bond waarin de verkiezing plaatsvindt.

a)      Als zich vooraf niemand kandidaat heeft gesteld.

b)      Als er minder kandidaten zijn dan het aantal te vervullen plaatsen.

c)      Als de vergadering besluit de bindende voordracht (van slechts één kandidaat voor een bepaalde functie) op te heffen. In dat geval wordt de stemming over de benoeming uitgesteld tot een volgende vergadering. Idealiter wordt de kandidaatstellingsprocedure in de tussentijd dan opnieuw doorlopen, bijvoorbeeld met extra kandidaten die om een of andere reden eerder niet in beeld waren.

4. Is een lid van de bond twee volledige zittingstermijnen achter elkaar actief geweest als afdelingsbestuurder, dan kan hij zich vier jaar lang niet opnieuw kandidaat stellen.

5. Is een lid van de bond twee volledige zittingsperiodes achter elkaar actief geweest binnen de ondernemingsraad, dan wordt hij door een afdeling niet voorgedragen voor een aansluitende derde zittingstermijn, tenzij het hoofdbestuur daarvoor dispensatie verleent.

------------------------

Artikel 9
ONVERENIGBARE FUNCTIES

1. Leden van het hoofdbestuur kunnen niet gelijktijdig een of meer van de onderstaande functies vervullen.

a)      Bestuurder van een afdeling van de bond (zie artikel 14 van dit HHR);

b)      Lid van een adviesorgaan van de bond (zie artikel 28 van de statuten)

c)      Lid van de bondsraad (zie artikel 19 van de statuten);

d)      Afgevaardigde naar een ledencongres (zie artikel 13 en 15 van de statuten);

e)      IB-coördinator binnen een afdeling van de bond;

f)       Personeelsvertegenwoordiger in een OR of de COR.

2. Leden van een afdelingsbestuur kunnen in principe niet gelijktijdig een of meer van de onderstaande functies vervullen.

a)      Lid van een adviesorgaan van de bond (zie artikel 28 van de statuten);

b)      Personeelsvertegenwoordiger in een OR of de COR.