23 maart 2021

Bonden houden poot stijf over afhandeling restschade-zaken

De nieuwe regeling voor beroepsziekten en dienstongevallen krijgt steeds meer vorm. Tijdens de onderhandelingen speelde echter een gevoelige kwestie: de werkgever bleek alvast op basis van een eigen richtlijn gestart met het afhandelen van (oude) lopende restschade-zaken. Na lang aandringen van de bonden is nu overeengekomen dat hiervoor overgangsbeleid komt. Dit betekent dat bonden en werkgever samen gaan afspreken op welke manier de uitgangspunten van de nieuwe regeling ook zoveel mogelijk kunnen worden toegepast op (oude) lopende zaken.

Sinds het voorjaar van 2020 werken de bonden en de werkgever aan nieuwe afspraken over betere zorg, ondersteuning en vergoedingen voor collega’s die te maken krijgen met een beroepsziekte of een dienstongeval. Inmiddels is op hoofdlijnen duidelijk welke voorzieningen de nieuwe regeling kan gaan bieden:

  • Collega’s met gezondheidsproblemen die verband houden met het politiewerk, krijgen meteen zorg, ondersteuning en recht op bepaalde vergoedingen. Dat is een grote verbetering ten opzichte van de oude regeling. Momenteel zijn de aanspraken op dit gebied aan ingewikkelde juridische voorwaarden verbonden en dat is de bonden al jaren een doorn in het oog. Het juridische getouwtrek waartoe dat leidde heeft helaas regelmatig voor schrijnende situaties gezorgd. Door de invoering van de nieuwe regeling zal dit tot het verleden gaan behoren.
  • De nieuwe regeling geeft een collega met werkgerelateerde gezondheidsproblemen drie jaar lang recht op zorg, ondersteuning en vergoeding van inkomensschade, medische kosten, huishoudelijke hulp en verlies aan zelfwerkzaamheid – zelfs als zijn medische klachten slechts voor één procent veroorzaakt zijn door het politiewerk.
  • Nog een verschil met de huidige regeling: in de rechtspositie wordt vastgelegd dat resterende (blijvende) schade volledig wordt vergoed als die het gevolg is van een ongeval of ziekte die in overwegende mate is voortgekomen uit het politiewerk.

Lopende zaken
Tijdens de onderhandelingen over een nieuwe regeling voor beroepsziekten en dienstongevallen ging de werkgever gestaag door met het afhandelen van (oude) lopende (restschade)zaken. De werkgever wilde deze zaken snel afwikkelen en met de betreffende medewerkers overleggen welke zorg en ondersteuning ze nodig hebben. Ze worden uitgenodigd voor een gesprek daarover en dan doet het korps ook een voorstel voor de afwikkeling van de geleden schade.

Geen garantie
Op zich vinden de bonden het een goede zaak dat de werkgever voortvarend aan de slag wil. De gesprekken vinden echter plaats aan de hand van een interne richtlijn, die is opgesteld zonder instemming van de bonden. Deze richtlijn zou moeten bevorderen dat lopende zaken alvast in de geest van de nieuwe (betere) regeling worden afgehandeld. Maar helaas kregen de bonden al snel door dat dat in de praktijk niet altijd gebeurde.

Beperkte groep
Ook bleef lange tijd onduidelijk welke groep (oud-)medewerkers precies bedoeld werd met de aanduiding ‘lopende (rest)schadezaken’ in de interne richtlijn. Uiteindelijk bleek dat het korps daarbij een veel beperktere groep collega’s voor ogen had dan de bonden. Volgens ons zou het niet moeten uitmaken of een (oud-)medewerker nog in dienst of met ontslag is, of dossiers verjaard zijn en of de werkgever wel of niet aansprakelijk gesteld is.

Willekeur
Ook lijkt er in een aantal gevallen sprake te zijn van willekeur. De bonden hebben voorbeelden gezien waarbij het korps aan medewerkers die formeel niet onder de criteria in de richtlijn vielen maar wel duidelijk hun onvrede lieten blijken, toch maar een voorstel deed om van het gedoe af te zijn.

Overgangsbeleid
De bonden besloten deze aanpak aan de kaak te stellen en bij de werkgever aan te dringen op een gegarandeerd overgangsbeleid voor collega’s die voor de beoogde ingangsdatum van de nieuwe regeling (1 januari 2022) gezondheidsproblemen hebben opgelopen door hun politiewerk. Op 4 maart bleek minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid deze actie te steunen, waardoor in het hoogste arbeidsvoorwaardenoverleg binnen de politiesector (CGOP) kon worden afgesproken dat er overgangsbeleid komt.

De komende maanden moet duidelijk worden hoe dat beleid er precies gaat uitzien. Wat de bonden betreft mag de afhandeling van de (oude) lopende zaken op basis van het nog te formuleren overgangsbeleid voor de betreffende collega’s niet slechter uitpakken dan reeds door het korps toegekende vergoedingen op basis van de interne richtlijn.

Planning
Medewerkers die nu door het korps benaderd worden voor een gesprek over afdoening van hun dossier mogen zelf kiezen of ze daarop willen ingaan of dat ze liever wachten op het overgangsbeleid. Het streven is het overgangsbeleid en de nieuwe regeling begin juni 2021 klaar te hebben. Vervolgens wordt de tweede helft van 2021 gebruikt om de afspraken om te zetten in wet- en regelgeving, die dan hopelijk op 1 januari 2022 van kracht zou kunnen worden.

De bonden hebben de werkgever laten weten dat de nieuwe regeling voor beroepsziekten en dienstongevallen en een fatsoenlijk overgangsbeleid voor daardoor al getroffen collega’s in hun ogen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Dus als er onverhoopt geen overeenstemming wordt bereikt over het overgangsbeleid, dan is er ook geen akkoord mogelijk over de nieuwe regeling – en andersom.

Meer over:
PTSS