Welke verkeerde weg is de politiek volgens de bonden ingeslagen op pensioengebied?
Tien jaar geleden is de politiek begonnen de pensioenvoorzieningen in Nederland te verslechteren. Zo noemden politici dat zelf natuurlijk niet; die spraken liever over het ‘versoberen’ van de pensioenen. Dat was volgens hen noodzakelijk om ‘de overheidsfinanciën op orde te brengen’.
De opbouw van pensioenkapitaal wordt voornamelijk gefinancierd door de maandelijkse inleg van premiegeld door de werkgever. Dat doet hij als onderdeel van de beloning van zijn medewerkers: zoals bekend is pensioen uitgesteld loon vermeerderd met vele jaren rente op rente op rente. Hoe minder pensioenkapitaal er opgebouwd hoeft te worden, hoe lager de premie die een werkgever maandelijks moet afdragen. En de overheid is uiteraard een hele grote werkgever.
Vandaar dat de politiek de afgelopen tien jaar het Nederlandse pensioenstelsel op allerlei manieren is gaan bijsnoeien.
* De opbouw van het percentage pensioenkapitaal per jaar is verlaagd, waardoor werknemers meer jaren moeten werken voor dezelfde pensioenaanspraak: 40 jaar in plaats van 35 jaar. Een ingreep die vooral jongeren dupeert (ouderen behielden uiteraard hun opgebouwde rechten).
* Vanaf 2013 is de vaste AOW-gerechtigde leeftijd van 65 jaar losgelaten en hebben Nederlander jaar in jaar uit steeds later recht gekregen op dit staatspensioen. Sinds 1 januari 2019 is de AOW-gerechtigde leeftijd 66 jaar en vier maanden. Vanaf 2022 wordt dat 67 jaar en wordt de AOW-gerechtigde leeftijd gekoppeld aan de stijging van de levensverwachting: een jaar lang leven betekent dan een jaar langer werken (= een jaar later recht op AOW).
* Vroegpensioenregelingen zijn onbetaalbaar gemaakt – nog een ingreep die vooral jongeren dupeert. Dat geldt zeker voor jongere politiemedewerkers: die konden tot voor kort vijf jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd stoppen met werken (3,5 jaar als ze werkzaam waren in de bedrijfsvoering). Die mogelijkheid zal vanaf 2022 volledig wegbezuinigd zijn.
* Het verhogen van de pensioenuitkeringen om de inflatie te corrigeren (indexatie) wordt al tien jaar politiek geblokkeerd. Den Haag weigert de pensioenfondsen daarvoor de wettelijke ruimte te geven. Dit heeft ertoe geleid dat de koopkracht van de huidige en de toekomstige pensioenuitkeringen flink is gedaald. Van deze waardedaling zijn oud en jong dus de dupe.