Jan Struijs Voorzitter NPB

ZSM functie-zekerheid

Het is raar maar waar: in het inrichtingsplan van de Nationale Politie zijn geen formatieplaatsen gereserveerd voor medewerkers die zich specifiek bezighouden met de ZSM-aanpak van veelvoorkomende criminaliteit in de wijk. Terwijl dat toch een paradepaardje was van VVD-minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten, de man die in 2010 besloot de overhaaste overgang naar een landelijk politiekorps voor zijn verantwoordelijkheid te nemen.

Eind 2009 namen de politie en het Openbaar Ministerie het initiatief om veelvoorkomende criminaliteit – inbraak, diefstal van auto’s en fietsen, zakkenrollerij, beroving, vandalisme, mishandeling en bedreiging – sneller af te doen. Dit leidde in 2011 tot de introductie van de ZSM-aanpak, waarbij politie, OM, reclassering, slachtofferhulp en kinderbescherming zich na de aanhouding van een verdachte samen over zijn zaak buigen aan een zogenaamde ZSM-tafel. Het streven daarbij is in zoveel mogelijk zaken binnen een dag een besluit te nemen over de afdoening.

'VVC onder de aandacht'
Op basis van pilots in Amsterdam, Utrecht, Den Bosch, Rotterdam en Den Haag werd vanaf 1 juli 2013 in alle eenheden van de Nationale Politie een landelijk ZSM-model ingevoerd. De verwachting was dat vanaf 2014 jaarlijks 200.000 zaken volgens deze werkwijze zouden worden aangepakt.

In het zojuist verschenen onderzoeksrapport ‘VVC onder de aandacht’ (in opdracht van Politie & Wetenschap uitgevoerd door de Radboud Universiteit Nijmegen) wordt becijferd dat die ambitie in hoge mate gerealiseerd wordt. In de eerste helft van 2015 werden zo’n 81.000 zaken aan een ZSM-tafel behandeld (per dag gemiddeld 447 zaken).

Afdeling ZSM Oost-Brabant
Op woensdag 22 februari was ik op werkbezoek bij de afdeling ZSM in Oost-Brabant en sprak daar met teamchef Ton Pijnappel. Ik was erg onder de indruk van wat hij me vertelde en liet zien. De ZSM-samenwerking tussen de politie en de andere partners in de ZSM-keten verloopt al jaren heel goed en vormt het kloppend hart van de opsporing. Ook de aangehouden burger heeft alle reden om blij te zijn met ZSM. Niet alleen krijgt hij snel duidelijkheid over wat hem te wachten staat, ook biedt ZSM ruimte om te komen tot andere maatregelen dan een strafrechtelijke afdoening.

Zes jaar 'tijdelijk' aan de bak
In de eenheid Oost-Brabant bestaat de ZSM-aanpak al sinds 2011. Het eerste jaar werd ermee geëxperimenteerd in een pilot; sinds 2012 is het een officieel project. Flink wat collega’s zijn dus alweer zes jaar bezig deze vorm van snelrecht vanuit het korps te helpen realiseren. En dat doen ze met veel passie, dat is me wel duidelijk geworden.

Onzekerheid
Het is dan ook onbegrijpelijk dat deze gemotiveerde en ervaren medewerkers nog steeds in onzekerheid verkeren of ze hun ZSM-werk kunnen blijven doen. Gerard Bouman en zijn kwartiermakers hebben in 2012 verzuimd om de ZSM-medewerkers op te nemen in het inrichtingsplan van de Nationale Politie. Het gevolg daarvan is dat deze nog niet bestaande functie al jaren ‘tijdelijk’ wordt waargenomen door collega’s met formeel een andere functie.

Erkenning staat van dienst
De NPB vindt het onverteerbaar dat deze mensen zich zorgen moeten maken over wat er gaat gebeuren als straks de ZSM-medewerker in het leven is geroepen en het personeelsplan is aangepast. Is het mogelijk dat zij dan moeten terugkeren naar hun formele functie, zodat de werkgever hun huidige werk kan toekennen aan herplaatsingskandidaten? In mijn ogen moet aan die onzekerheid snel een eind komen. De huidige ZSM-medewerkers verdienen erkenning voor hun staat van dienst. De werkgever kan het niet maken deze collega’s te passeren nadat ze jarenlang hun nek hebben uitgestoken, de juiste kennis hebben vergaard en de ZSM-aanpak op poten hebben gezet en tot een succes hebben gemaakt.

Aan de bel getrokken
Op donderdag 23 februari vond in Den Haag weer een bijeenkomst plaats van het hoogste overlegorgaan op arbeidvoorwaardengebied binnen de politie – het Centraal Georganiseerd Overleg Politie (CGOP). Ik heb die gelegenheid meteen aangegrepen om bij de werkgever aan de bel te trekken over het uitblijven van een officiële ZSM-functie. Ook heb ik laten weten dat het een schande zou zijn als de huidige ‘tijdelijke waarnemers’ niet linea recta in die functie benoemd worden zodra zij binnen de formatie beschikbaar komt.

Aangezien dat laatste waarschijnlijk niet voor vandaag of morgen geregeld zal zijn, heb ik aangedrongen op een praktische oplossing voor dit absurde knelpunt. De werkgever heeft toegezegd op korte termijn met een reactie te komen. Ik ga ervan uit dat hij bedoeld heeft: met een praktisch voorstel om alle huidige ZSM-collega’s de verdiende zekerheid te geven.