18 maart 2021

Vragen over OVW-nabetaling Intelligence-collega’s

In februari is de werkgever begonnen met het uitbetalen van jarenlang ten onrechte niet toegekende OVW-bedragen aan Intelligence-medewerkers – om te beginnen aan degenen die daartegen op een of andere manier juridisch in verzet zijn gekomen. Inmiddels zijn over deze nabetaling de nodige vragen bij de NPB binnengekomen, onder andere over de aanspraak op wettelijke rente en de gevolgen voor de pensioenopbouw. Uiteraard geldt onderstaande informatie daarover ook voor collega’s die nog op een toekenningsbesluit zitten te wachten.

Wettelijke rente
Volgens de NPB is het juridisch haalbaar om bij de rechter alsnog de wettelijke rente te vorderen van het korps. Dit geldt dan echter alleen voor groep 1 (wie dat precies zijn: zie onze eerdere berichtgeving hierover). Om deze rente te vorderen hoeft geen bezwaarschrift te worden ingediend tegen het toekenningsbesluit OVW dat je in februari van dit jaar hebt gehad of binnenkort nog zult ontvangen.

Let op: dit geldt dus uitsluitend voor collega’s op wiens naam de procedure bij de Centrale Raad is gevoerd en voor collega’s die zelf niet hebben geprocedeerd maar wel op tijd hebben deelgenomen aan de proefprocedure. Daardoor kunnen ook zij direct rechten ontlenen aan de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 20 augustus 2020. Je kunt alleen aan de proefprocedure hebben deelgenomen als voor jou destijds tijdig – dus binnen zes weken – een bezwaarschrift is ingediend tegen het besluit van 16 december 2014. In dat geval is jouw naam op de lijst gezet bij het korps en die lijst is doorslaggevend. Heb je wel een beslissing op bezwaar gekregen die was gericht tegen het besluit van 16 december 2014, maar is hiertegen geen beroep bij de rechtbank ingesteld, dan val je evenmin onder groep 1.

Korps weigerachtig
Natuurlijk heeft de NPB geïnformeerd of het korps bereid is de wettelijke rente voor groep 1 zonder procedure alsnog uit te betalen. Dat bleek niet het geval. Daarom rest slechts de optie om hierover te procederen.

Voor het vorderen van de rente in een procedure gelden andere wettelijke regels dan voor het indienen van een bezwaarschrift. De rente kan namelijk tot vijf jaar nog worden gevorderd, te rekenen vanaf datum uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (20 augustus 2020). De NPB verwacht zonder meer dat de rechter de rente zal toewijzen, maar dat vooraf garanderen kan de NPB niet. Dat geldt voor alle rechtszaken die de NPB voert en dat is in dit geval niet anders.

De verwachting is dat we in de loop van april kunnen berichten wanneer de procedure over de wettelijke rente van start zal gaan. Iedere collega die in groep 1 valt en NPB-lid is, ontvangt hierover persoonlijk bericht.

Hoe hoog is de wettelijke rente eigenlijk? Voor de uitbetaling van de OVW aan groep 1 zijn onderstaande rentepercentages van belang. Vanaf 1 januari 2015 tot nu bedraagt de rente op jaarbasis dus twee procent per jaar.

  • 01-01-2015 --- 2 %
  • 01-07-2012 --- 3 %
  • 01-07-2011 --- 4 %

Groep 2 en 3
De wettelijke rente geldt niet voor groep 2 en 3. Waarom is dat zo? Groep 2 zijn de collega’s die een verzoek duuraanspraak hebben ingediend omdat er niet meer op tijd bezwaar gemaakt kon worden tegen het besluit van 16 december 2014. Deze collega’s krijgen dus een nabetaling vanaf de datum dat het verzoek is ontvangen door het korps. Alle verzoeken duuraanspraak zijn vervolgens aangehouden. Met andere woorden: die verzoeken zijn niet in behandeling genomen in afwachting van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 20 augustus 2020.

De reden om deze verzoeken aan te houden was het voorkomen van de kosten om voor iedere collega afzonderlijk – naast de al lopende proefprocedure – te procederen (betalen griffierecht van circa € 170 en het tarief van de advocaat). Bij het indienen van de verzoeken om duuraanspraak was het daarnaast nog allerminst zeker of de procedure gewonnen zou worden bij de Centrale Raad. Het zag er vanuit juridisch oogpunt destijds zeker niet gunstig uit. Het omslagpunt kwam pas in december 2019 toen de Centrale Raad van Beroep oordeelde dat collega’s bij Intelligence recht hebben op de TBF (= Toelage Bezwarende Functie). Toen – vanaf december 2019 – zag de afloop van de OVW-zaak er plotseling veel rooskleuriger uit.

Voor wat betreft groep 3 kunnen we kort zijn. Deze groep heeft nooit zelf (tijdig) actie ondernomen, maar krijgt uit coulance wel een nabetaling van het korps vanaf 20 augustus 2020. Rente is in deze situatie uiteraard nooit verschuldigd.

Bijsluiter
Bij ieder toekenningsbesluit OVW dat je inmiddels gehad hebt of nog zult krijgen, zit een bijsluiter ‘Gevolgen van de nabetaling OVW Intelligence’ met daarin onder andere informatie over de fiscale consequenties over de nabetaling, de gevolgen voor de pensioenopbouw en mogelijke consequenties voor toeslagen en uitkeringen. De NPB raadt aan deze bijsluiter goed door te lezen omdat hij belangrijke informatie bevat en deze nabetaling mogelijk – afhankelijk van je persoonlijke situatie – verstrekkende (financiële) consequenties kan krijgen op een later moment of zelfs in latere jaren.

Pensioenopbouw
In de bijsluiter staat ook een en ander vermeld over het pensioen en de pensioenopbouw. Inhoudelijk is dat correct en geheel volgens de regels van pensioenfonds ABP. Het pensioengevend inkomen wordt dus pas vanaf 2022 hoger en dat kan je terugzien in je pensioenoverzicht van ABP. Hierdoor ontstaat geen nadeel of schade, al was het maar omdat ABP de pensioenen vanaf 2010 niet meer geïndexeerd heeft.

Voor collega’s die inmiddels met pensioen zijn gegaan of waarvan het pensioen ingaat voor 1 januari 2023 kan sprake zijn van (pensioen)schade. Deze ingewikkelde, technische materie laten we hier verder onbesproken. NPB-leden die in de genoemde categorie kunnen voor overleg contact opnemen met de NPB.

Zoals uit deze berichtgeving blijkt, heeft het geen enkele zin om een bezwaarschrift in te dienen tegen het toekenningsbesluit OVW als het gaat om de wettelijke rente of pensioen(opbouw). Wel moet je tijdig een bezwaarschrift indienen als je denkt dat je te weinig krijgt nabetaald. Dien je niet binnen zes weken een bezwaarschrift in, dan hoeft het korps een eventuele foute nabetaling niet meer te herstellen. Zie voor meer informatie hierover onze berichtgeving van 10 februari en 24 februari van dit jaar.

Meer over:
Rechtshulp