18 december 2019

Vier jaar onderbetaling niet meer te repareren

Volgens de Centrale Raad van Beroep – de hoogste rechter in ambtenarenzaken - hebben praktijkdocenten die in 2017 zijn geplaatst in de nieuwe functie operationeel begeleider geen recht op terugwerkende kracht van deze plaatsing tot 2012 en ook niet op alleen OVW-periodieken vanaf dat jaar. Op basis van de huidige wet- en regelgeving is terugwerkende kracht op OVW-gebied volgens de Raad slechts mogelijk tot 1 juli 2016.

Een aantal docenten had samen met de NPB een rechtszaak aangespannen om hun onderbetaling aan te vechten. Voor slechts een van hen levert deze uitspraak een financieel gunstige uitkomst op.

NPB-advocaat Hans Dammingh noemt het oordeel van de Centrale Raad van Beroep ‘teleurstellend, maar ook wel enigszins te verwachten. Het was ongetwijfeld niet voor niets dat hij in maart 2019 een dringend beroep op de werkgever deed om dit langlopende beloningsconflict buiten de rechtszaal op te lossen. Het zou mij niets verbazen als de Raad toen al inzag dat de huidige wet- en regelgeving hem te weinig ruimte geeft om een materiële bijdrage te leveren aan het herstel van deze vertrouwensbreuk. Toch waren die mogelijkheden volgens mij wel degelijk aanwezig. Helaas heeft de Raad ervoor gekozen ze niet te benutten.’

Nieuw functiegebouw
Veel praktijkdocenten vinden dat ze sinds 2012 door de werkgever zijn onderbetaald. Vanaf dat jaar is binnen de Nederlandse politie een nieuw functiegebouw in gebruik met (in eerste instantie) niet meer dan 92 functies – het LFNP. De LFNP-functie die de praktijkdocenten kregen toegekend was Docent A, behorend tot het nieuwe functiedomein Ondersteuning.

Verkeerde functiedomein
Dammingh: ‘Dat viel deze collega’s koud op het dak. Kennelijk hadden de ontwerpers van het nieuwe functiegebouw zich niet gerealiseerd dat trainers en coaches van politiemensen zich tijdens hun werk ook in de openbare ruimte bevinden en dan zelf ook geüniformeerd en bewapend zijn, met alle risico’s en verplichtingen van dien. Dus ook bijvoorbeeld zelf actief ingrijpen als dat vereist is. Hun functie moet dan ook worden gezien als een speciaal soort operationele functie en had om die reden ingebouwd moeten worden in het functiedomein Uitvoering. Dat was echter niet gebeurd, terwijl van de docenten wel werd verwacht dat zij, net als hun collega’s op straat, in de uitvoering hun werk bleven doen.’

Nieuwe LFNP-functies
Al snel na de start van de Nationale Politie – in najaar 2014 – nam de Politieacademie het initiatief om voor de praktijkdocenten de uitvoerende functie operationeel begeleider toe te voegen aan het nieuwe functiegebouw. Daartoe werd inderdaad besloten, maar de invoering werd uitgesteld in verband met de gestarte personele reorganisatie binnen het korps. Pas vanaf op 25 april 2017 werd het LFNP met terugwerkende kracht tot 7 juli 2016 uitgebouwd met twee uitvoerende functies: operationeel begeleider A en B.

OVW-periodieken
Sindsdien zijn veel praktijkdocenten in een van de nieuwe functies geplaatst. Daardoor hebben ze in ieder geval vanaf dat moment aanspraak gekregen op de (eveneens vanaf 2012 bestaande) OVW-periodieken voor uitvoerende LFPN-functies. Maar voor velen is dat een (te) schrale troost. Dammingh: ‘Deze collega’s vinden dat de werkgever de verantwoordelijkheid moet nemen voor zijn keuze om medewerkers vanaf 2012 officieel een ondersteunende functie toe te kennen (Docent A) en hen vervolgens jarenlang een operationeel takenpakket te laten uitvoeren, dat pas in 2017 zou worden benoemd als de functie operationeel begeleider. Een functie die aanspraak geeft op OVW-periodieken. Wij hebben ook in hoger beroep opnieuw bepleit dat het niet meer dan redelijk en rechtvaardig zou zijn dat de werkgever deze medewerkers met terugwerkende kracht tot 1 januari 2012 op zijn minst aanspraak zou geven op OVW-periodieken.’

NPB-advocaat Hans Dammingh (links) in gesprek met collega-advocaat David Duijvelshoff en NPB-beleidsmedewerker Renny de Graaf.

Plaatsingsdatum
Helaas blijkt de Centrale Raad van Beroep – de hoogste rechter in ambtenarenzaken – daar anders over te denken. De Raad ontkent niet dat betrokkenen vanaf 1 januari 2012 de werkzaamheden hebben verricht die later zijn ondergebracht in de functie van Operationeel Begeleider A. De Raad is echter van oordeel dat plaatsing in die functie pas aan de orde kan zijn vanaf het moment dat de functie is toegevoegd aan het LFNP: 25 april 2017, met terugwerkende kracht tot 7 juli 2016.

De werkgever had uit coulance besloten de plaatsing van praktijkdocenten deze terugwerkende kracht van een jaar te geven, aangezien op 7 juli 2016 al overeenstemming met de bonden was bereikt over de nieuwe LFNP-functie operationeel begeleider. Een redelijk gebaar, aldus de Raad, dat niet kan worden bestempeld als een uiting van willekeur. Wel is met de totstandkoming van de betreffende regeling (Regeling wijziging vaststelling LFNP) de weg naar een eerdere plaatsingsdatum (dan 7 juli 2016) juridisch volledig afgesloten. Eerdere plaatsing (en toekenning van de bijbehorende beloning) is dus volgens De Raad niet mogelijk.

OVW-periodieken
Vervolgens stelt de Raad vast dat de korpschef op basis van de huidige regelgeving niet bevoegd is om OVW-periodieken te verbinden aan LFPN-functies waaraan minder dan 24 OVW-punten zijn toegekend. Om die reden is het juridisch dus ook niet mogelijk om voormalige Docenten A vanaf 2012 dan in ieder geval OVW-periodieken toe te kennen, aldus de conclusie in de uitspraak van de Raad.

Gelijke behandeling
Aan het eind daarvan geeft de Raad het korps nog wel een tik(je) op de vingers als het gaat om de toekenning van (extra) OVW-periodieken bij individuele plaatsingen in de nieuwe functie operationeel begeleider. NPB-advocaat Hans Dammingh: ‘Een praktijkdocent in dienst van de Politieacademie bleek deze periodieken vanaf een latere datum toegekend te hebben gekregen dan zijn collega’s in dienst van de nieuwe afdeling OBT (Operationele Begeleiding en Training) van het Politiedienstencentrum. Dat getuigt, aldus De Raad, van willekeur en strijd met het gelijkheidsbeginsel. Om die reden kent hij aan die collega vervolgens ook per 1 juli 2016 OVW-periodieken toe. Een lichtpuntje in een erg onbevredigende uitspraak.’

De NPB heeft nog meer individuele rechtszaken lopen over het beloningsconflict tussen het korps en praktijkdocenten. Te verwachten is dat de uitkomst daarvan in de lijn zal liggen van de hierboven besproken uitspraak van de Centrale Raad van Beroep – zoals gezegd de hoogste rechter in ambtenarenzaken.

Meer over:
Rechtspositie