15 maart 2021

Tien jaar Rutte: waar blijft onze versterking?

Afgelopen vrijdag was NPB-bestuurder Leen Spoor te gast in Nieuwsuur. Hij was één van de drie gasten die VVD-lijsttrekker Mark Rutte een lastige vraag mochten stellen. Zijn vraag was: ‘Waar blijft het extra blauw op straat dat u al tien jaar belooft?’

De NPB-bestuurder trok stevig aan de bel: ‘Het is één minuut voor twaalf bij de politie, we hebben dringend mensen nodig.’ De premier begon met herinneringen op te halen aan de nachtdienst die Spoor en hij ooit samen hadden gedraaid. Daarna trok hij routineus zijn vaste verdedigingslinie op: ‘In 2010 werd Nederland geconfronteerd met de grootste economische crisis sinds de Tweede Wereldoorlog en moesten we fors bezuinigen, helaas op alles, ook op de politie.'

Gedroomde efficiencywinst
Hij vertelde er niet bij dat destijds bedacht was dat deze bezuiniging het best gerealiseerd kon worden door over te schakelen op een landelijk politiekorps. Deze schaalvergroting zou immers automatisch leiden tot grote bedragen aan efficiencywinst. Inmiddels is het een algemeen erkend feit dat de introductie van de Nationale Politie overhaast en ondoordacht heeft plaatsgevonden en dat de efficiencywinsten – meteen in 2010 al ingeboekt door het kabinet – zich nooit hebben voorgedaan.

Onvermijdelijke ingreep?
(De premier deed ook weer net alsof het bezuinigen een onvermijdelijke ingreep was geweest, noodzakelijk om Nederland er economisch weer bovenop te krijgen. Dat was ook in 2010 al niet waar; de overheid had ook kunnen besluiten tot grootschalige (extra) investeringen om het economisch herstel aan te zwengelen. Een aanpak die nu wel in de politieke mode is en door Rutte wordt verkocht met dezelfde bezieling als in 2010 zijn draconische bezuinigingen.)

De bezuinigingen op de politie zijn onder andere gerealiseerd door het aftoppen van de operationele capaciteit, wat neerkomt op een verlaging van het aantal ‘agenten’ met drieduizend fte’s.

‘Sinds 2016, 2017 kunnen we weer investeren, ook in de politie,’ aldus Rutte bij Nieuwsuur. Het kabinet Rutte III heeft daar veel geld voor uitgetrokken. Wat de VVD betreft gaan we daar in een komend kabinet zeker mee door.’

Extra capaciteit op komst
Het is waar dat in het regeerakkoord van het kabinet Rutte III de afspraak staat dat de politiesterkte vanaf 2023 gestegen zal zijn met 1.171 fte (voltijdsbanen). Het gaat dan om (ongeveer) 700 extra wijkagenten en 471 extra rechercheurs. Een structurele verhoging van het politiebudget van zo’n 200 miljoen. In de loop van de kabinetsperiode zijn daarnaast nog een paar keer wat toezeggingen gedaan, waardoor het huidige kabinet de basis heeft gelegd voor een blijvende extra capaciteit die oploopt tot circa 1.500 nieuwe mensen.

Bezuinigingen deels teruggedraaid
Het is echter van belang om te beseffen dat deze collega’s niet worden toegevoegd aan een al jaren gelijk gebleven sterkte. Nee, ze komen terecht in een korps waar eerst het volkomen willekeurige aantal van 3.000 operationele medewerkers is wegbezuinigd. In de ogen van de NPB heeft Rutte III zich dus niet wezenlijk verdiept in de capaciteitsbehoefte van de politie, maar zich slechts bereid verklaard een deel van de eerdere bezuinigingen op de sterkte terug te draaien. En dan wederom een volslagen willekeurig aantal.

Als het aan de VVD ligt zal een volgend kabinet dus ‘doorgaan met meer geld uittrekken voor de politie’. Leen vroeg Mark Rutte wat concreter te worden. Maar daar begon de VVD-lijsttrekker niet aan. Hij weigerde zich uit te spreken over het bedrag dat de VVD wil steken in het verder terugdraaien van de bezuinigingen op de capaciteit vanaf 2010.

Rookgordijn
In plaats daarvan begon hij een rookgordijn op te trekken door te melden dat het al een hele opgave is om de komende jaren voldoende nieuwe agenten op te leiden om de pensionering van 17.000 babyboomers op te vangen. Nieuwsuur-presentator Jeroen Wollaars merkte fijntjes op dat deze opgave mede zo groot is doordat de eerste twee kabinetten-Rutte ook fors hebben bezuinigd op de Politieacademie. Dat opleidingsinstituut zag zijn budget in die jaren gehalveerd worden, ook omdat de instroom van studenten jarenlang kortzichtig laag gehouden werd (bezuiniging). Toen de uitstroom van babyboomers op gang kwam, bleek de Politieacademie niet genoeg capaciteit in huis te hebben om voldoende snel voldoende extra studenten op te leiden om de capaciteit op peil te houden. De komende jaren is er dan ook sprake van onderbezetting in een situatie van ondercapaciteit.

Vertraging tot 2025
De premier leek zich niet te realiseren wat dit nu al jaren voor gevolgen heeft voor de werk- en roosterdruk bij de politie – of voor de hoeveelheid werk waar de politie niet aan toe komt. Hij werd zo te zien niet warm of koud van de constatering van Wollaars dat de overbelasting van de Politieacademie inmiddels ook gevolgen heeft voor de uitvoering van de capaciteitsafspraak in het regeerakkoord van Rutte III. Al met al zal het volgens de huidige prognoses tot 2025 duren voordat Nederland weer evenveel ‘blauw op straat’ zal hebben als toen het eerste kabinet Rutte van wal stak.

Overgangsfase?
Sterker nog: tussen neus en lippen door suggereerde Rutte dat er misschien wel helemaal geen extra capaciteit nodig was. ‘We zitten in een soort overgangsfase,’ aldus de VVD-lijsttrekker. ‘Het politiewerk verandert. Er komen nieuwe taken bij, andere werkgebieden vragen minder aandacht, we zien steeds meer arbeidsspecialisatie…’ Even waarde de geest van Ivo Opstelten weer door de Nieuwsuurstudio.

Kortom: volgens Rutte was het nog lang geen één minuut voor twaalf wat betreft de onderbezetting bij de politie. Zo te zien was het volgens hem nog niet eens één minuut voor elf.