Marijke Kemna NPB-kaderlid

Rapport COR Politie

Wie het rapport van de commissie-Ruys leest valt van de ene verbazing in de andere. Zo werd de toenmalige Kwartiermaker Nationale Politie, Gerard Bouman, blijkbaar in 2012 al gewezen op het exorbitante uitgavenpatroon van de COR-in-oprichting. Hij liet toen vragen om een nadere onderbouwing van de ingediende begroting. Die kwam, maar bleek onvoldoende.

Dus kreeg de COR het verzoek een nieuwe versie aan te leveren. Dat deed ze simpelweg niet en derhalve is de begroting nooit formeel goedgekeurd. Maar ze werd ook nooit formeel afgekeurd en daarmee belandden we in een niemandsland waarin de COR, en zijn voorzitter in het bijzonder, ongehinderd zijn gang kon gaan.

In 2012 overschreed de COR-in-oprichting zijn budget met ruim vier ton. De heer Bouman, eindverantwoordelijk voor al dit fraais, vond dat geen probleem. Volgens hem hadden de personeelsvertegenwoordigers in de eerste fase van de reorganisatie ‘veel hulp en bijstand nodig’ en dat zou allengs wel minder worden. De directeur Korpsstaf probeerde herhaaldelijk meer grip te krijgen op de uitgaven van de COR, maar als die gemaakte afspraken niet nakwam werden daar geen consequenties aan verbonden.

Mies
De COR zag er kennelijk ook het probleem niet zo van in. Zelf nauwgezet de eigen uitgaven bijhouden was er niet bij. Ik weet niet hoe dat met u zit, maar ik werd er direct mies van toen ik dat las. Het gaat uiteindelijk om belastinggeld. Zeker van politiemensen verwacht ik dat ze daar zorgvuldig mee omgaan. Daarnaast moet iedereen in Nederland ervan op aan kunnen dat het uitgeven van belastinggeld goed gecontroleerd wordt door onze bestuurders en politici. Van controle of toezicht is bij de Nationale Politie effectief op geen enkel moment sprake geweest. Daardoor kon uiteindelijk een ongezonde situatie ontstaan, waarin de voorzitter van de COR zich als een heuse Zonnekoning kon gedragen. Daar schaam ik me voor.

Instemming vooraf
OP 23 april 2014 liet de korpschef het dagelijks bestuur van de COR in een persoonlijk gesprek weten dat ze het toegekende budget naar eigen inzicht mochten besteden. Hij maakte daarbij ook duidelijk dat kosten die het budget overstegen alleen door de werkgever betaald zouden worden als die vooraf had ingestemd met het maken ervan. Vervolgens werd het budget elk jaar flink overschreden, zonder dat daarvoor goedkeuring werd gevraagd.

Voor bijvoorbeeld het cultuurproject ‘De Hark voorbij’ vroeg de COR een budget van 1,2 miljoen euro. Dat verzoek werd afgewezen, maar vervolgens begon de COR-in-oprichting in 2012 toch met het uitvoeren van het project. En dan gebeurt er iets wonderlijks: ze krijgen carte blanche van de korpsleiding. Alle facturen en declaraties worden door de directeur Korpsstaf voor gezien getekend en daarna uitbetaald.

Trend
Daarmee ontwaren we een trend: uitgaven en aangevraagde budgetten worden steeds weer niet goedgekeurd maar wel uitgegeven en overschreden, waarna de COR voor de vorm wordt aangesproken en daar vervolgens lak aan heeft. Zo maande de directeur Korpsstaf de voorzitter en de secretaris van de COR herhaaldelijk tot soberheid. Die beloofden dan beterschap, maar brachten die belofte niet in praktijk. Op 30 juli 2013 stuurde de korpschef het dagelijks bestuur van de COR een schriftelijke oproep ‘zich bescheiden op te stellen bij het doen van uitgaven’. Ook daar werd geen gehoor aan gegeven.

Pas in 2015, als de voorzitter van de COR, Frank G, tijdens een benefietgala 5.000 euro op een veiling uitgeeft en de facturen naar de nationale Politie laat sturen lijkt even de maat vol bij de heer Bouman. Op 3 maart 2015 besluit hij deze facturen niet door de Nationale Politie te laten betalen. Daarmee is echter nog altijd geen einde aan de arrogante en mateloze spilzucht van onder andere G. in zicht.

Niets te klagen
In 2016 blijken dertien medezeggenschapleden ruim twee jaar lang dubbele toeslagen gekregen te hebben. Let wel, de leden hebben het dan al niet slecht. Anders dan bij de medezeggenschapsraden van bijvoorbeeld de Rijksoverheid, de Douane en de Koninklijke marechaussee zijn de leden niet alleen vrijgemaakt voor hun werk in de medezeggenschap, maar ze krijgen ook nog eens een toelage en de beschikking over dienstauto’s.

Badeendjes
De voorzitter van de COR bracht in 2014, 2015 en 2016 bezoeken aan Sint Maarten en Curaçao. Tripjes die we gerust snoepreisjes kunnen noemen. Voorafgaand aan een ervan kreeg men zelfs wat ik een negatief reisadvies zou willen noemen: de ontvangende partij zag er niets nuttigs in. Tijdens deze ‘zakenreizen’ werd G. vergezeld door zijn echtgenote. In 2016 maakten de secretaresse van de COR en haar partner deel uit van het reisgezelschap. Tot verbazing en ongenoegen van het hoofd RST op Curaçao kwamen de niet-leden van de COR doodleuk mee naar een zakelijk diner.

Op kosten van de Nationale Politie werd een imago-adviseur ingehuurd om Frank G. en Bert S. bij hun kledingkeuze te helpen. Er werden duizenden euro’s gespendeerd aan badeendjes, badlakens, kerststukjes, wijnpakketten en luxe paraplu’s voor COR-leden. Frank G. liet 198 (!) flessen Prosecco bij zijn echtgenote bezorgen.

Vanaf 30 april 2015 werd het persoonlijk voorschot vervangen door een creditcard. Voorzitter Frank G. kreeg er een met een bestedingslimiet van 10.000 euro. Daarna loopt de zaak alleen maar verder uit de klauw. Er worden dure feestjes gegeven in het Harbor House in Almere, op de SS Rotterdam (u weet wel, toen ‘gewone’ agenten demonstreerden voor een eerlijker loon) en in het Amstel Hotel - inclusief overnachting en champagneontbijt. Alle uitgaven daarvoor worden gedaan zonder voorafgaand overleg met de korpsleiding. Hoewel met de creditcard geen contact geld mocht worden opgenomen, werd er gaandeweg voor een slordige 14.000 euro mee gepind.

Signalen
Eind 2015 en begin 2016 worden de uitgaven ook leden van de COR en enkele vakbondsvoorzitters te gortig. Zij proberen onder andere de voorzitter ter verantwoording te roepen, vanwege ‘niet passend voor een COR’. Een van de aangesproken leden ontkent in eerste instantie zelfs dat het feest in het Amstel Hotel heeft plaatsgevonden. Er worden kritische vragen gesteld, maar pas als de geluiden van voorzitters van de ACP en de NPB de (nieuwe) korpschef Erik Akerboom bereiken komt er beweging in de zaak. Er volgt een intern, oriënterend onderzoek van VIK en er wordt aangifte gedaan.

Zware bevalling
Iedereen die de overgang naar een landelijke politieorganisatie een beetje heeft gevolgd, weet wat een zware bevalling dat geweest is – en in sommige gevallen nog is. De politiebonden zegden hun vertrouwen in het proces al eens op en de Centrale Ondernemingsraad velde in eerste instantie een negatief oordeel over het reorganisatie- en formatieplan van de Nationale Politie. De Commissie van toezicht beschreef ‘een voertuig, waarvan al rijdende de motor en de banden moeten worden vervangen, zonder dat de snelheid mag verminderen. Een lastige, zo niet onmogelijke opdracht’.

De Kwartiermaker Nationale Politie en latere korpschef Gerard Bouman kwam dan ook voor een moeizame monsterklus te staan, waarbij hij op de nodige weerstand stuitte. De ICT haperde, er werden minder zaken opgelost, er werden ruim 9.000 geschilprocedures begonnen en in 2600 gevallen moest dat tot een rechtszaak komen. Afdelingen zoals de Regionale Service Centra verzopen door personeelstekorten en een torenhoge werkdruk. De verhouding tussen de politievakorganisaties en de COR verzuurde. De reorganisatie zou twee maal langer gaan duren dan gepland en twee keer meer gaan kosten dan beraamd.

Dat alles is uiteindelijk het direct gevolg van politieke beslissingen, van een kabinet dat drastisch wilde bezuinigen maar van praktische bezwaren niets wilde weten. Het moest te snel en het mocht niet veel kosten. Natuurlijk ging dat mis, want wat niet verder kan buigen moet barsten. Al te lang hielden de korpschef en de minister van Veiligheid en Justitie de schone schijn op, of misschien wilden ze gewoon niet weten dat de boel in de soep draaide.

Strange bedfellows
Al die stress en druk lijken Bouman en G. nader tot elkaar gebracht te hebben. De door mij zo bewierookte Shakespeare zei het al: ‘Misery acquaints a man with strange bedfellows’ en zoiets lijkt hier ook gebeurd te zijn. Zo verstrekte Bouman een persoonlijke lening van 4.000 euro aan G. Dat is onprofessioneel en het bracht de heren in een vreemde afhankelijkheidsrelatie, die totaal geen pas geeft. Daarnaast bevorderde Bouman G. ten onrechte en riep daarbij toch minimaal het beeld op van willekeur en persoonlijke begunstiging.

De Commissie Ruys vond geen snipper bewijs van een oneigenlijke beïnvloeding of omkoping van de COR.

Dat respecteer ik. Maar moreel corrupt, dat was het wel.