Koen Simmers NPB-hoofdbestuurder

Overlopende emmer

Het punt waar de NPB en de andere politiebonden de afgelopen jaren zo vaak voor hebben gewaarschuwd is bereikt: capaciteitsproblemen dwingen de politie tot het afstoten van taken. Openingstijden van politiebureaus worden beperkt, de bereikbaarheid van de politie wordt verminderd en specialistische diensten worden (tijdelijk) opgeheven om de basispolitiezorg op orde te krijgen. De besluiten daarover in Amsterdam, Rotterdam en Utrecht hebben de media gehaald, maar het gebeurt in het hele land, soms onder de radar om geen slapende honden wakker te maken.

Het is echt schandalig dat het in zo’n welvarend en prachtig land zover kan komen. Op bijna alle wijkteams liggen de plankzaken metershoog. Aangifte doen kan in veel gevallen sowieso pas na een paar weken, maar of en wanneer een zaak wordt opgepakt is helemaal afwachten geblazen.

Veel mensen hebben nog het beeld van een wijkagent als ‘bromsnor’, maar feitelijk zijn dit brigadiers met veel werkervaring. Binnen de politieorganisatie worden ze momenteel op grote schaal ingezet als operationele coördinatoren in de noodhulp en horeca. Zeg maar zoals de sergeant in het first responder team in series en films. De wijkagent haalt dus bij lange niet de officiële norm dat hij 80 procent van zijn werktijd met zijn wijk bezig is en 20 procent met andere politieklussen. Het is eerder andersom.

In de val lokken
Ik sprak vorige week een wijkagent van een dorp in de buurt van een grote stad. Daar was al weken een inbraakgolf gaande, maar de politie had geen capaciteit voor onderzoek en extra surveilleren. Laat staan dat er mensen vrijgemaakt konden worden om een actie op te zetten en de inbrekers in de val te lokken. Ooit was dat anders, vertelde de wijkagent. ‘Toen lagen we een week onder camouflagenetten in voortuinen en fietsten en reden in onopvallende auto’s rond. Aan het eind van die week hadden we de inbrekers op heterdaad te pakken. Die tijd is voorbij en dat is een slechte zaak voor de veiligheid van Nederland.’ Over de overvallen, straatroven en ondermijnende criminaliteit hebben we het dan nog niet gehad.

Omvallende collega’s
Ik zie om me heen dat collega’s het steeds zwaarder krijgen. We zijn alleen nog bezig met het verlenen van noodhulp of het houden van toezicht bij evenementen en in de horeca. Daarbij worden we steeds vaker met geweld geconfronteerd en hebben we amper tijd om tussendoor even op adem te komen. Ondertussen houden allerlei systemen en leidinggevenden in de gaten of je de administratie wel goed en op tijd verzorgt, met als gevolg dat veel collega’s daar in hun vrije tijd verder mee gaan.

Ik zie en hoor jonge collega’s die ooit vol enthousiasme bij de politie solliciteerden en van plan waren om tot hun pensioen ons land te dienen. Nu dreigen ze om te vallen en praten openlijk over banen buiten de politie. Tien jaar geleden was dit ondenkbaar. Over dat onderwerp werd niet of nauwelijks gesproken.

Afschuiven
De minister vindt dat de politie zelf de problemen met de onderbezetting moet oplossen door lokaal keuzes te maken en prioriteiten te stellen. Dat is het probleem afschuiven en weigeren je verantwoordelijkheid te nemen. Eerst overhaast en ondoordacht reorganiseren, bezuinigen, onvoldoende personeel aannemen, van alles prioriteit geven en niet maar de werkvloer luisteren en nu mogen we het zelf oplossen?

Visie en geld
De maat is vol. De politiemensen zijn teleurgesteld in en boos op de politiek. Wij willen voldoende personeel, een veilige werkcultuur en investeringen om onze politieorganisatie weer gezond te maken. Maar alleen geld is niet voldoende: we willen ook een plan dat goed is voor het korps en zijn medewerkers. En tot slot: voor een echt omvattend en toekomstgericht veiligheidsbeleid zijn ook investeringen in de zorg, het onderwijs en armoedebestrijding onvermijdelijk. Kabinet, waar wacht je op?

Tofste baan ter wereld
Ik ben niet vaak zo negatief in mijn woorden als nu, maar de emmer is na al die jaren dan toch overgelopen en dat neem ik de verantwoordelijken zeer kwalijk. Nog steeds vind ik werken als agent de tofste baan ter wereld. De hulpverlening, het redden van mensen, de actie en het echt iets kunnen betekenen voor een ander zijn geweldig. Ik raad potentiële collega’s nog steeds aan om bij de politie te solliciteren. We hebben ze hard nodig en over een paar jaar zijn de huidige capaciteitsproblemen hopelijk voorbij.

Maar ik vermoed dat het daarvoor wel noodzakelijk is dat we de komende tijd als politiemensen weer eens op serieuze schaal actie gaan voeren. Het politiewerk wordt niet vanzelf gezond en op de juiste waarde geschat, dat is inmiddels wel duidelijk. De politiek is op dat punt verdomd hardleers.

Meer over:
Blog