8 maart 2021

FNV: kies voor een socialer Nederland!

Op zaterdag 6 maart presenteerde de FNV – de grootste vakbondskoepel van Nederland, waarbij ook de NPB is aangesloten – vanuit Pakhuis De Zwijger in Amsterdam een online verkiezingsbijeenkomst. Collega Geert-Jan Staal stelde vragen over de werkdruk, de loopbaanpaden en het cao-conflict bij de politie aan kandidaat-Kamerleden van de PvdA (Gijs van Dijk), D66 (Steven van Weyenberg) en GroenLinks (Senna Maatoug).

PvdA, D66 en GroenLinks bleken het eens: het nieuwe kabinet moet geld vrijmaken voor investeringen in de politie: de sterkte (het aantal inzetbare mensen) moet omhoog en ook de beloning van het politiewerk moet beter.

Een socialer Nederland
Een socialer Nederland komt niet vanzelf. Daar zijn politieke keuzes voor nodig. Wij, de kiezers, hebben de macht in handen. Hoe de FNV dat wil bereiken, lees je in het onderstaande 11-puntenplan. Laat je informeren en kies op 17 maart voor een socialer Nederland!

1. Iedereen een zeker contract
Je bent in dienst, hebt een uitzendcontract of een werkovereenkomst als zzp’er. We maken het overzichtelijk: iedereen die werkt heeft een contract. Alleen voor piek en ziek zetten we uitzendkrachten in; bij structureel werk hoort een vast contract. Voor gelijk werk krijg je gelijk loon, ongeacht welk contract.

2. Betere bescherming van werk
De ontslagbescherming staat steeds meer onder druk. Er zijn steeds minder vaste contracten. De zekerheid van werk en inkomen moet dan ook snel worden verbeterd in de wet én in cao’s.

3, Minimumloon waar je van rond kunt komen
Het wettelijk minimumloon (WML) is te laag. Het stijgt nauwelijks ten opzichte van het gemiddelde inkomen. Werkers halen er het eind van de maand niet mee. Daarom willen wij een WML van 14 euro per uur en een verhoging van de gekoppelde uitkeringen.

4. Sterke publieke sector
De publieke sector is belangrijker dan ooit. Werkers die opstaan voor onze gezondheid, het onderwijs van onze kinderen, de zorg voor onze naasten, een veilige omgeving: ze verdienen waardering. Niet alleen in applaus, maar ook in geld en in zeggenschap. Alleen dan kan iedereen rekenen op publieke diensten van goede kwaliteit, landelijk en in de gemeente.

5. Minder marktwerking
Niet alle diensten hóeven naar de markt. Waar we niet zonder kunnen, houden we dichtbij. En als we wel aanbesteden, borgen we goede arbeidsvoorwaarden. Geen concurrentie over de ruggen van mensen; de cao is leidend.

6. Meer zeggenschap
De kwaliteit van werk staat onder druk. Mensen die werken verdienen meer zekerheid, zeggenschap en grip op werk-en-privé. Dat betekent dus meer vaste contracten, meer inspraak op hoe je je werk doet en wanneer. Cao’s spelen daarbij een belangrijke rol.

7. Gezond economisch herstel
Het herstel van onze economie staat ten dienste van onze samenleving. Dit is het moment om extra investeringen te doen die innovatief, groen en circulair zijn. In de zorg, woningbouw en verduurzaming steken we extra geld om werk naar voren te halen en sectoren aantrekkelijk te maken voor werknemers.

8. Ruime sociale zekerheid
In deze onzekere tijden moeten we zorgen voor goede vangnetten. Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen moeten makkelijker beschikbaar worden voor werkers met een beperking en voor zzp’ers. De kortdurende ww moet verlengd worden. Eerder stoppen met werken moet structureel voor mensen mogelijk worden gemaakt. We willen een regelvrije bijstand en sociaal ontwikkelbedrijven om mensen met een arbeidsbeperking aan werk te helpen.

9. Hulp bij (zoeken naar) werk
Er is teveel bezuinigd op de ondersteuning bij het zoeken naar werk. Wij willen meer en ruimere ondersteuning en advies voor iedereen die zoekt óf wil om- of bijscholen. Zo maak je méér van je werk.

10. Eerlijke belasting
De vennootschapsbelasting (over de winst van grote ondernemingen) moet omhoog. Niet alleen bij ons, maar in heel Europa. Sterke schouders dragen de zwaarste lasten. Het is niet meer dan eerlijk dat bedrijven en mensen die veel geld hebben ook hun steentje bijdragen in het herstel waar zij ook zelf van profiteren. Om dat te bereiken, willen we een tijdelijke solidariteitsheffing invoeren. Zo komen we eerlijker uit de crisis en verkleinen we de kloof tussen arm en (heel) rijk.

11. Schuldenvrije basisbeurs
Het leenstelsel zorgt voor een opeenstapeling van onzekerheden onder studenten. In combinatie met flexibele arbeidscontracten en de stijgende huizen- en huurprijzen leidt dat tot grote problemen. Iedereen zou een opleiding af moeten kunnen ronden zonder schulden. Daarom moet er een schuldenvrije basisbeurs komen. Dat is een investering voor nu en voor toekomstige generaties. Studenten die nu een enorme studieschuld hebben opgebouwd verdienen volledige compensatie. En: schuldenvrij studeren mag nooit ten koste gaan van de onderwijsbegroting.