4 mei 2017

Einde onderbenutting DROS-agenten in zicht

De Eenheid Amsterdam heeft besloten alle agenten die momenteel worden ingezet bij DROS Flexibiliteit vanaf 17 juni 2017 (periode 7) aan een basisteam te plaatsen. Ze hoeven dus niet tot april 2018 te blijven werken in een functie onder hun LFNP-niveau. NPB-eenheidsbestuurder Natasja van Nus: ‘Door de krachten te bundelen op de werkvloer is het gelukt de eenheidsleiding ertoe te bewegen alsnog het juiste besluit te nemen.’

De Amsterdamse Dienst Regionale Operationele Samenwerking (DROS) heeft een flexteam dat onder andere wordt ingezet voor arrestantentaken en surveillancediensten. Voor het draaiende houden van dit ‘uitzendbureau’ worden sinds jaar en dag ook medewerkers ingezet die eigenlijk al zijn doorgestroomd naar agent. Het gevolg is dat deze collega’s soms jarenlang onder hun niveau werken en geen noodhulp draaien of aangiften opnemen. Bovendien krijgen ze niet of nauwelijks opleidingen of beoordelingen

Plaatsingsbesluit
In het kader van de personele reorganisatie zijn de huidige agenten bij het flexteam van de DROS sinds 1 juli 2016 officieel geplaatst in een LFNP-functie binnen het vakgebied Gebiedsgebonden Politie (GGP). Na deze cruciale datum zouden alle medewerkers ‘zo snel mogelijk’ de kans krijgen in hun nieuwe functie aan de slag te gaan. Dat was duidelijk met de bonden afgesproken door de werkgever. De Amsterdamse collega’s in kwestie dachten dan ook dat ze op grond van hun plaatsingsbesluit wel snel terecht zouden komen waar ze eigenlijk hoorden: op een basisteam.

Nog langer in te lage functie
Helaas bleek dat de eenheidsleiding van plan was ze tot april 2018 te laten meedraaien in het flexteam van de DROS. Dat slechte nieuws kregen ze op 10 juni 2016 per e-mail toegestuurd, vier dagen voor ze het definitieve besluit over hun LFNP-plaatsing ontvingen. De werkgever liet weten dat hun blijvende tewerkstelling bij de DROS noodzakelijk was, omdat het flexteam anders te maken zou krijgen met een onderbezetting van 125 fte’s.

Rechtszaak
De NPB diende bezwaarschriften tegen deze e-mail in, maar de eenheid liet weten deze niet in behandeling te nemen. Zij achtte zich daartoe bestuursrechtelijk niet verplicht, aangezien de inhoud van de e-mail geen officieel besluit was. De NPB spande vervolgens een rechtszaak over deze kwestie aan en werd daarin op 31 maart in het gelijk gesteld door de rechtbank Amsterdam. Het korps kreeg de opdracht binnen zes weken alsnog een inhoudelijke beslissing op bezwaar te nemen met inachtneming van de inhoud van zijn uitspraak.

Dat is dus nu gebeurd: de Eenheid Amsterdam heeft besloten eieren voor zijn geld te kiezen en alle agenten die momenteel worden ingezet bij DROS Flexibiliteit vanaf 17 juni 2017 (periode 7) alsnog te plaatsen aan een basisteam.

Samen sterk
NPB-regiobestuurder Natasja van Nus: ‘Dat is uiteraard goed nieuws voor alle betrokken collega’s, die deze uitkomst overigens voor een groot deel aan zichzelf te danken hebben. Cruciaal is hun besluit geweest om in deze kwestie samen op te trekken. Daardoor sta je gewoon een stuk sterker en krijg je opeens op allerlei manieren extra ruimte, bijvoorbeeld in het overleg met de eenheidsleiding. Zeker als de bestuurlijke en juridische inspanningen vanuit de vakbonden – in dit geval vanuit de NPB – worden gecombineerd met inhoudelijke steun van de ondernemingsraad. Die krachtenbundeling verliep in dit geval prima; met name OR-voorzitter Ronald Lonnee heeft zich enorm sterk gemaakt voor een goede afloop.'

Van Nus: ‘Het motto van de NPB is zoals bekend samen sterk. Dit is wat mij betreft een goed voorbeeld van hoe je dat ideaal in de praktijk kunt brengen. En nogmaals: het begint ermee dat gedupeerde collega’s met elkaar het besluit nemen: wij gaan dit gevecht samen aan.’

Meer over:
OVW-rechten