9 juni 2017

Doorgehakte knopen in het CGOP

Op de donderdagen 4 mei en 1 juni kwamen de werkgever en de bonden in Den Haag bij elkaar voor een nieuwe ronde Centraal Georganiseerd Overleg Politie (CGOP) – het hoogste overleg over de arbeidsvoorwaarden van het politiepersoneel. Namens de NPB waren bij dit overleg aanwezig bondsvoorzitter Jan Struijs en vicevoorzitter Albert Springer of beleidsmedewerker Renny de Graaf.

Hieronder een aantal besproken onderwerpen.

Fitnessregelingen
Binnen de Nationale Politie zijn nog altijd uiteenlopende regelingen van kracht op het gebied van bedrijfsfitness en sportfaciliteiten. Dat is een erfenis uit de tijd van de regiopolitie, toen elk van de vijfentwintig regiokorpsen zijn eigen personeelsbeleid mocht voeren. De NPB en de andere bonden zijn al sinds oktober 2014 met de werkgever in overleg over het invoeren van een landelijke fitnessregeling. Ook het meest recente voorstel leidde echter niet tot een akkoord en dus blijft de huidige ongelijkheid nog even bestaan helaas. Het streven is nu om deze onwenselijke situatie aan te pakken tijdens het werken aan een samenhangend landelijk Fit & Gezond-beleid tijdens de komende CAO-ronde (start tweede helft 2017).

Sportfaciliteiten
Wel zijn de werkgever en de bonden het eens geworden over het gelijkschakelen van het beleid ten aanzien van sportfaciliteiten. Alle medewerkers krijgen voortaan één dag per jaar vrij om deel te nemen aan een sportevenement naar keuze (buitengewoon verlof conform modaliteit) en aanvullend nog een dag verlof als ze willen meedoen aan de sportdag van de Nederlandse Politie Sportbond (NPSB).

Aanvullende reiskostenvergoeding
Op 1 juli 2016 kregen de meeste politiemedewerkers officieel te horen in welke LFNP-functie ze binnen de Nationale Politie geplaatst zouden worden en op welke werkplek. Dat was het begin van Fase 2 van de personele reorganisatie – de grote volksverhuizing. Er zijn echter ook de nodige collega’s die om praktische redenen al eerder naar een nieuwe werkplek waren verplaatst, bijvoorbeeld vanwege de sluiting van politiebureaus. Gebleken is dat deze medewerkers in die periode niet altijd de juiste vergoeding hebben gekregen voor de extra reiskosten die ze moesten maken.

Op aandringen van de NPB en andere bonden is voor deze groep gedupeerde collega’s een aanvullende reiskostenvergoeding afgesproken. Om daarvoor in aanmerking te komen moeten ze een verzoek indienen bij een nog door de werkgever in te richten loket. De vergoeding ligt in de lijn van de bestaande rechtspositionele afspraken: € 0,18 per kilometer voor het bestaande traject woon-werkverkeer en € 0,28 voor de aanvullende kilometers. (Volledigheidshalve: vergoedingen boven de € 0,19 per kilometer worden fiscaal belast.)

De vergoeding geldt alleen voor de aanvullende kilometers waar geen andere vergoeding/compensatie tegenover heeft gestaan. Collega’s die hiervoor in aanmerking denken te komen, moeten dit kunnen aantonen met bijvoorbeeld een besluit of een bevestiging van de toenmalige leidinggevende. De compensatie kan met terugwerkende kracht tot uiterlijk 1 januari 2015 worden aangevraagd. De aanvraag moet voor 1 september 2017 zijn ingediend. In september worden alle aanvragen getoetst.

Opleidingsprofielen
Sinds 1 januari 2012 is bij de Nederlandse politie een nieuw functiegebouw van kracht, het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie. Dit LFNP bestaat uit 92 scherp omschreven functies, met een al even duidelijk vastgelegde functiewaardering. Bij de aanstelling van (nieuwe) medewerkers moet de werkgever hen een functie toekennen uit het LFNP; zomaar op eigen gezag een nieuwe functie in het leven roepen is er niet meer bij.

Uiteraard is het ook niet zo dat dit functiegebouw (LFNP) voor jaren in beton gegoten is. Binnen een organisatie als de Nationale Politie is voortdurend van alles in ontwikkeling. Dat kan zijn uitwerking hebben op het aantal functies in het LFNP en ook op de inhoud daarvan. De zorg voor het op tijd aanpassen van het functiegebouw wordt het dynamisch beheer en onderhoud genoemd.

De werkgever en de bonden zijn het erover eens dat bij elke functie in het nieuwe functiegebouw ook een duidelijk omschreven opleidingsprofiel moet komen. Dat wil zeggen: van elke functie moet zwart op wit komen te staan welke opleidingen noodzakelijk zijn om haar goed te kunnen uitoefenen. Inmiddels is over een groot deel van deze profielen overeenstemming bereikt, alleen over de functies in het domein leiding en enkele functies binnen Intelligence en Observatie nog niet. Sommige opleidingen zijn voorwaardelijk en moet je hebben gevolgd voordat je met de functie kan beginnen, zoals de politieopleiding niveau 3 voor de functie generalist GGP. Andere opleidingen zijn functiegericht en moeten worden gevolgd als je al op een functie zit. De opleidingsprofielen bieden ook een handvat voor gesprekken tussen leidinggevenden en medewerkers.

Executieve aanstelling voor specialisten
Op 1 juni zijn de werkgever en de bonden het eens geworden over de introductie van een nieuw stelsel voor executieve aanstellingen, dat het mogelijk maakt specialisten op financieel of ICT-gebied executief aan te stellen zonder dat ze een volledige basisopleiding voor politieambtenaar hebben gevolgd.

Vooralsnog gaat het om functies binnen de vakgebieden Intelligence en Forensische opsporing en specialisten die worden ingezet op de werkterreinen Financieel-economische opsporing (FinEc) of Cybercrime. Deze medewerkers worden niet uitgerust met geweldsmiddelen en kunnen dus een kortere opleiding volgen, gericht op hun functie. Er worden voor hen ook aparte aanstellingseisen vastgesteld.

De verwachting is dat de uitvoering van deze CAO-afspraak (opgenomen op aandringen van de werkgever) het voor het korps makkelijker maakt om mensen met specifieke kennis van buitenaf aan te trekken en ze sneller als executieve politiemedewerker in te zetten. Een registeraccountant binnen FinEc bijvoorbeeld of een IT-professional binnen het team High Tech Crime.

In CGOP-verband zal de komende periode worden gewerkt aan de verdere uitwerking van het nieuwe stelsel. De bereikte overeenstemming heeft ook tot gevolg dat er een akkoord is op het verder kunnen werven en aanstellen van specialisten FinEc en Cybercrime. Tot aan de daadwerkelijke invoering van het nieuwe aanstellingenstelsel worden deze specialisten aangesteld als ATH-ambtenaar in combinatie met een aanwijzing tot BOA.

Rechtspositie politievrijwilligers
In de politie-CAO 2015/2017 is afgesproken dat de rechtspositie van politievrijwilligers niet langer vast te leggen in een afzonderlijke regeling, maar onder te brengen in het Besluit algemene rechtspositie politieambtenaren – kortweg het Barp. Na een moeizame en langdurige aanloop (de CAO werd ondertekend op 1 februari vorig jaar!) is nu eindelijk vooruitgang geboekt. De werkgever en de bonden zijn het erover eens geworden welke bepalingen uit het Barp ook van toepassing kunnen worden verklaard op politievrijwilligers als het gaat om dienstongevallen, beroepsziekten, integriteit, straffen, schorsen en ontslag. Er vinden nog gesprekken plaats over de rechten en plichten bij verlof, vergoedingen, aanstellingen en restbepalingen. Naar schatting worden de bepalingen eind 2017 of begin 2018 in de wetgeving opgenomen.