Paul Lathouwers NPB-eenheidsbestuurder

Collega bedreigd

Vorig weekend was er in de media de nodige aandacht voor een heikel probleem: politiemensen die door criminelen thuis worden opgezocht nadat ze met naam en toenaam zijn genoemd op internet. Zeker voor collega’s met jonge gezinnen een vreselijke ervaring. Het deed me denken aan een voorbeeld uit mijn eigen praktijk van een aantal jaar terug. Een casus die ik nooit zal vergeten en die ertoe geleid heeft dat ik collega’s nog altijd adviseer nooit te gaan werken in het gebied waar ze wonen. Het zal ongetwijfeld vaak goed gaan, maar ik heb er helaas te vaak ernstige problemen door zien ontstaan. Let op: longread!

De betreffende collega (ik noem hem hier Sjoerd, maar dat is niet zijn echte naam) is een grote, sterke kerel, die destijds midden in zijn opleiding zat. Op een gegeven dag werd zijn hulp ingeroepen toen een arrestant die als zeer lastig bekend stond vanaf het bureau naar het cellencomplex moest worden gebracht. Sjoerd kwam aanlopen en kreeg meteen van die vent te horen: ‘Als ik jou buiten tegenkom, dan steek ik je dood.’ Een nogal intimiderende aankondiging, aangezien Sjoerd wist dat de arrestant bij hem in de buurt woonde. De man kwam uiteindelijk vier maanden vast te zitten, onder meer voor het bedreigen van Sjoerd en andere collega’s.

Achtervolging
Een aantal maanden later ging het helaas helemaal fout. Sjoerd kwam de arrestant en een vriend of kennis tegen toen hij met zijn vriendin boodschappen deed in de supermarkt. De man ontwijken lukte helaas niet, waarna Sjoerd werd aangeroepen als ‘Hé agentje!’ en daarna al snel als ‘Kankeragent!’ en ‘Kankerhomo!’ De arrestant en zijn vriend begonnen Sjoerd en zijn vriendin te achtervolgen en hun mobieltjes te gebruiken om mensen op te roepen zich bij hen aan te sluiten. Een oproep waar verrassend snel gevolg aan werd gegeven.

Sjoerd maakte zich vreselijk zorgen over de veiligheid van zijn vriendin. Die had inmiddels van hem gehoord dat ze achtervolgd werden door de man die Sjoerd met de dood had bedreigd. Overstuur was ze begonnen te huilen. Samen probeerden ze zich zo snel mogelijk uit de voeten te maken, bewust niet naar hun eigen huis lopend. Ze wilden uiteraard voorkomen dat de arrestant zou ontdekken waar ze woonden.

Hulptroepen
Sjoerd belde met de meldkamer. Hoewel het voor zijn gevoel lang duurde, verschenen redelijk snel hulptroepen. Zodra de collega’s met zwaailichten aan de straat in kwamen rijden, sloegen de arrestant en zijn vrienden op de vlucht. Op aanwijzing van Sjoerd gingen andere agenten achter de man aan. Toen ze hem naderden, pakte hij een beeld uit een tuin om daarmee zijn achtervolgers te lijf te gaan. Pas nadat de collega’s hun vuurwapens trokken gaf de arrestant zich over en kon hij worden afgevoerd.

Adres bekend
In de maanden daarna gebeurde het nog een paar keer dat Sjoerd – hetzij alleen, hetzij in gezelschap – de arrestant tegen het lijf liep. Het was iedere keer hetzelfde liedje: de man belde vrienden om hem te komen helpen en Sjoerd te achtervolgen. Helaas wist hij uiteindelijk ook te achterhalen waar Sjoerd en zijn vriendin woonden. Daarna begon hij ze in de omgeving van hun huis lastig te vallen. Er werd bij hen naar binnen gekeken, vrienden van de arrestant kwamen op scooters langzaam voorbijrijden en hun auto werd vernield.

Steun leidinggevende
Over deze heftige incidenten had Sjoerd continu contact met zijn leidinggevende. Die probeerde hem zoveel mogelijk te steunen. Hij zocht de arrestant zelfs een keer op in zijn cel om hem duidelijk te maken dat het niet handig is om een collega thuis te bedreigen. Helaas trok dit stuk ongeluk zich ook daar niets van aan en bleef de dreigende situatie bestaan. Sjoerd kreeg wel toestemming om zijn porto en pepperspray mee naar huis te nemen.

Situatie onhoudbaar
Door alle intimidaties durfde de vriendin van Sjoerd op een gegeven moment niet meer in hun huis te blijven wonen. De genomen maatregelen hielpen onvoldoende. Noodgedwongen trok ze weer bij haar ouders in, elders in het land. Sjoerd begreep dat de situatie onhoudbaar was geworden. Het stel besloot hun huis te koop te zetten en weg te gaan uit hun zo geliefde stad.

Financiële schade
Als gevolg van de kredietcrisis was kort daarvoor de huizenmarkt volledig ingestort. Hoewel ze hun woning konden verkopen voor een hoger bedrag dan getaxeerd, bleven Sjoerd en zijn vriendin met een schadepost van ruim € 52.000 zitten. Een enorme klap, zeker voor starters. Een deel daarvan wisten ze op te vangen met het geld dat ze gespaard hadden voor een toekomstige bruiloft en door geld te lenen bij hun ouders.

Toenmalig NPB-afdelingsvoorzitter Willem Schenderling was enorm begaan met het lot van Sjoerd en zijn vriendin. Samen zochten we naar mogelijkheden om dit jonge paar financieel (een beetje) uit de brand te helpen. Bij de arrestant was niets te halen en ook de betreffende eenheid leek niet happig om tot een compensatie of tegemoetkoming over te gaan.

Waarborgfonds politie
We besloten een verzoek in te dienen bij het Waarborgfonds politie. Dat is een in 2011 door de werkgever en de bonden opgericht toevluchtsoord voor collega’s met werkgerelateerde schade die nergens anders kan worden verhaald. Ons verzoek werd gelukkig ruimschoots gehonoreerd. Normaal werd maximaal € 10.000 vergoed maar vanwege de schrijnendheid van het geval kende het fonds Sjoerd ruim €30.000 toe. Tegelijk liet het fonds weten van mening te zijn dat de betreffende politie-eenheid ook een deel van de schade voor haar rekening moest nemen. Het was immers onvoldoende gelukt Sjoerd als medewerker te beschermen en in dit geval was het heel begrijpelijk dat Sjoerd uiteindelijk besloten had zijn huis te verkopen.

Teleurstellende werkgever
Sjoerd was uiteraard blij met het toegekende bedrag, dat zijn vriendin en hem in ieder geval wat lucht gaf. Toen wij met de brief van het Waarborgfonds bij de eenheid aanklopten, gaf die echter niet thuis. Wij werden van het kastje naar de muur gestuurd en kregen uiteindelijk te horen dat de werkgever zich niet gehouden voelde om een schadevergoeding aan te bieden, aangezien Sjoerd zijn verhuisplannen niet met de eenheid had afgestemd. Wat mij betreft een enorm zwaktebod. We hebben daarna nog een brief geschreven aan toenmalig korpschef Akerboom en een goed gesprek over de kwestie gehad met een van zijn discipelen. Achteraf bleek de zaak weer te zijn teruggelegd bij de betreffende eenheidsleiding, die niet van standpunt veranderde. Heel teleurstellend allemaal.

Sjoerd anno 2021
Sjoerd stond ten tijde van dit alles aan de begin van zijn carrière en had het vreselijk naar zijn zin bij de politie. Uiteindelijk koos hij ervoor de zaak te laten rusten en zich te richten op zijn toekomst binnen de politie. Hij maakt het goed: hij heeft toch weer een huis kunnen kopen en inmiddels een prachtige dochter. Nog niet zo lang geleden heeft hij levensreddend gehandeld in een zaak die veel media-aandacht kreeg. Het geld van het Waarborgfonds heeft hem en zijn vriendin zeker geholpen en ik vind het heel knap hoe hij zich door deze ellende heeft weten te knokken.

Zelf heb ik nog steeds moeite met het standpunt van de eenheidsleiding en later van de korpsleiding. Een bedrag van tien-, vijftien- of twintigduizend euro is peanuts op de begroting van een politie-eenheid, maar had voor Sjoerd een wereld van verschil gemaakt. Zeker gezien de ernst van de bedreigingen waarmee hij en zijn vriendin geconfronteerd werden, had het de werkgever gesierd een wat royaler en socialer gezicht te tonen.

Meer over:
Blog