Orde van vergaderingen (artikel 7)

Artikel 7
ORDE VAN VERGADERINGEN

1. Ordevoorstellen – voorstellen voor het aanpassen van de agenda of het verdere verloop van een vergadering – moeten bij de voorzitter worden ingediend.

a)      De indiener krijgt de mogelijkheid om zijn ordevoorstel kort toe te lichten.

b)      De voorzitter is bevoegd om de vergadering een advies te geven over het voorstel.

c)      Daarna wordt het ordevoorstel zonder verdere beraadslaging en met voorrang in stemming gebracht.

2. De behandeling van een agendapunt kent maximaal twee (2) gespreksronden.

a)      Leden die in de eerste ronde het woord hebben gevraagd over een bepaald onderwerp, kunnen daarover ook in de tweede ronde het woord voeren.

b)      Leden die in de eerste ronde niet het woord hebben gevraagd, kunnen in de tweede ronde alleen het woord voeren over de onderwerpen die in de eerste ronde door andere leden aan de orde zijn gesteld.