Benoeming tot erelid of lid van verdienste (artikel 5 en 6)

Artikel 5
BENOEMING TOT ERELID

1. Het ledencongres kan besluiten een lid met buitengewone verdiensten voor de bond te onderscheiden met de benoeming tot erelid.  

2. Het hoofdbestuur is als enige bevoegd kandidaten voor het erelidmaatschap bij het ledencongres voor te dragen.

----------------

Artikel 6
BENOEMING TOT LID VAN VERDIENSTE

1. Een afdelingsbestuur kan jaarlijks twee (2) leden van de bond bij het hoofdbestuur voordragen voor benoeming tot lid van verdienste. 

2. Een kandidaat moet langdurig actief zijn geweest binnen de vereniging of zich in korte tijd op uitzonderlijke wijze verdienstelijk hebben gemaakt voor de bond.

3. Een afdelingsbestuur kan voor deze onderscheiding geen leden voordragen die nog actief zijn binnen datzelfde bestuur.

4.  Een voorgedragen kandidaat wordt vooraf niet op de hoogte gebracht van zijn voordracht. Dit voorkomt dat leden onnodig beschadigd raken als er binnen het afdelingsbestuur of  hoofdbestuur discussie ontstaat over de voordracht.

5. Het hoofdbestuur wijst een voordracht voor benoeming tot lid van verdienste alleen in uitzonderlijke gevallen af en motiveert dat besluit dan zorgvuldig.

6. De benoeming tot lid van verdienste vindt plaats tijdens een door de afdeling georganiseerde bijeenkomst, waarbij aan het lid een onderscheiding met bijbehorende oorkonde wordt uitgereikt.