25 t/m 31). Samenwerking met andere politiebonden
25). Afwijzen van een fusie tussen de NPB en de ACP (Rotterdam)
De afdeling Rotterdam stelt het congres voor een fusie tussen de NPB en de ACP van zowel de werkorganisatie als de vereniging bij voorbaat en voor altijd uit te sluiten. De reden hiervoor is gelegen in het feit dat indien er op enig moment wel behoefte is om te fuseren er een congresvoorstel nodig is om zulks ook daadwerkelijk vorm te geven.
Toelichting
Sinds het vertrek uit het FNV-gebouw en het inhuizen van de NPB in het Huis van veiligheid samen met de ACP is er steeds meer – vanuit met name de ACP – het geluid te horen dat een fusie aanstaande is. De afdeling Rotterdam ziet zeker de voordelen van een goede en hechte samenwerking en, indien noodzakelijk, zelfs het uitlenen van miljoenen euro’s aan de ACP, maar een fusie wijzen we van de hand. Daarvoor zijn er naar ons oordeel teveel verschillen. Het geeft dan ook absoluut geen pas om in gezamenlijkheid een werving op te zetten of uit te voeren. Er zijn te veel verschillen in leiderschap, opbouw van de bond, de visie op de medezeggenschap, de wijze van omgang met elkaar – om er zomaar een paar te benoemen.
Stemadvies hoofdbestuur
Het hoofdbestuur ontraadt het congres dit voorstel aan te nemen. Een dergelijk dwingend verbod is ondemocratisch en niet realistisch. Wellicht heeft het bestuur op enig moment hele goede argumenten om in het belang van de leden een gezamenlijke werkorganisatie of zelfs een fusie met (juist) de ACP te willen realiseren.
Zoals in het voorstel ook wordt vermeld, is in de statuten zorgvuldig geregeld dat een ingrijpend besluit als een fusie met een andere vereniging nooit kan worden genomen zonder een overduidelijke instemming van de leden. Zij hebben daarover sowieso het laatste woord (zie artikel 25 van de huidige statuten – artikel 17 van de herziene statuten 2022).
---------------------------
26). Afwijzen van een fusie tussen de NPB en de ACP (Landelijke Eenheid)
De afdeling Landelijke Eenheid stelt het congres voor een volledige fusie of een samenwerking in de vorm van een gezamenlijke werkorganisatie van de NPB met de ACP af te wijzen als mogelijke uitkomst van het huidige bestuursproject op samenwerkingsgebied. Het oordeel over zo’n besluit moet worden geveld op basis van een ledenraadpleging.
Toelichting
De manier waarop de afgelopen jaren planvorming voor een verdergaande samenwerking tussen de NPB en de ACP heeft plaatsgevonden noopt tot meer betrokkenheid van de afdelingsbesturen en de leden. De communicatie en het overleg hierover tussen het bestuur en de (vertegenwoordigers van de) leden zal intensiever moeten worden uitgevoerd. Ook is het nodig om door een derde, objectieve partij een omgevingsonderzoek te laten plaatsvinden bij de leden en relevante partners naar de behoeftestelling en verwachtingen bij een toekomstbestendige NPB.
Dit voorstel betekent niet dat alle traditionele vormen van samenwerking tussen beide bonden – bijvoorbeeld op IBB- en cao-gebied – moeten worden stilgelegd. Ons voorstel betreft uitdrukkelijk alleen nieuwe initiatieven tot verdergaande samenwerking met de ACP.
Stemadvies hoofdbestuur
Het hoofdbestuur adviseert het congres TEGEN dit voorstel te stemmen. Een dergelijk dwingend verbod is ondemocratisch en niet realistisch. Wellicht heeft het bestuur op enig moment hele goede argumenten om in het belang van de leden een fusie met (juist) de ACP na te streven. In de statuten is al zorgvuldig geregeld dat een ingrijpend besluit als een fusie met een andere vereniging nooit kan worden genomen zonder overduidelijke instemming van de leden. Zij hebben daarover sowieso het laatste woord (zie artikel 25 van de huidige statuten – artikel 17 van de herziene statuten 2022).
--------------------
27). Congres beslist over fusie werkorganisatie NPB met andere werkorganisaties (Rotterdam)
De leden krijgen het laatste woord over het besluit om de werkorganisatie van de bond te laten fuseren met de werkorganisatie van een of meer andere bonden. Daartoe wordt aan artikel 25 van de statuten (artikel 17 van de herziene statuten 2022) een extra bepaling toegevoegd, die het congres de bevoegdheid geeft dat besluit te nemen of te verwerpen.
Voor een rechtsgeldige uitkomst van de stemming daarover worden dan dezelfde eisen van kracht als voor een besluit over het fuseren van de vereniging met een andere vereniging: een meerderheid van minstens twee derde van de stemmen bij een quorum (minstens aanwezige aantal stemgerechtigden) van de helft van de statutair mogelijke ledenvertegenwoordigers.
Toelichting
In de statuten is zorgvuldig geregeld dat een ingrijpend besluit als een fusie met een andere vereniging nooit kan worden genomen zonder een overduidelijke instemming van de leden. Zij hebben daarover sowieso het laatste woord (zie artikel 25 van de statuten). Zo’n bepaling bestaat niet voor het fuseren van de werkorganisatie van de bond met de werkorganisatie van een of meer andere bonden tot een zelfstandige eenheid. Zo’n extra bevoegdheid regelen voor het congres kan volgens Rotterdam geen kwaad, indachtig de ervaringen met FNV Veiligheid.
Stemadvies
Het hoofdbestuur ontraadt het congres dit voorstel aan te nemen. Het organiseren van de werkorganisatie is een verantwoordelijkheid van het hoofdbestuur. Fusieplannen zullen aan de OR van de werkorganisatie van de NPB voorgelegd moeten worden. Het hoofdbestuur wil vermenging op verschillende tafels voorkomen.
---------------------------------
28). Extra voorwaarde instemmingsbesluit fusie NPB/ACP (Landelijke Eenheid)
De afdeling Landelijke Eenheid stelt voor een speciale voorwaarde te verbinden aan de instemming met voorgenomen (bestuurs)besluit tot een volledige fusie tussen de NPB en de ACP of een samenwerking in de vorm van een gezamenlijke werkorganisatie. Het oordeel over zo’n besluit moet worden geveld op basis van een ledenraadpleging waaraan meer dan de helft (minstens 51 procent) van de NPB-leden persoonlijk of digitaal heeft deelgenomen.
Toelichting
De afdeling Landelijke Eenheid vindt dat er geen enkele twijfel over mag bestaan dat deze historische beslissingen door een meerderheid van de NPB-leden wordt gesteund. Wij stellen voor dat te bereiken door in dit uitzonderlijke geval het principe van de representatieve democratie los te laten en als het ware hoofdelijk te stemmen, met als voorgestelde ondergrens 51 procent van het aantal NPB-leden.
Medio 2022 komt dat neer op zo’n 13.750 respondenten, van wie volgens de statuten dan 66 procent moet instemmen met het voorgenomen besluit tot fusie of een gezamenlijke werkorganisatie. Dat zijn 9.075 leden. Wordt bij de eerste raadpleging geen meerderheid behaald, dan wordt een tweede ingelast. Deze tweede raadpleging zal bepalend zijn.
Stemadvies hoofdbestuur
Het hoofdbestuur adviseert het congres TEGEN dit voorstel te stemmen. Het gemiddelde lid van de NPB verwacht dat de bond zich optimaal inspant voor algemene verbeteringen in de arbeidsvoorwaarden (cao) en voor eersteklas individuele belangenbehartiging voor wie dat nodig heeft. Een gemiddeld NPB-lid heeft geen mening over het laten fuseren van de vereniging of de werkorganisatie. Dat is eerder wel gebleken bij het aangaan en later ontbinden van werkorganisaties zoals met ABVAKABO en FNV Veiligheid.
Zelfs bij ledenraadplegingen over de cao is een opkomst van 20 procent al lastig te realiseren, ondanks herhaalde persoonlijke oproepen. De eis van deelname aan een ledenraadpleging van tenminste 51 procent is dan ook niet realistisch en niet passend gezien het belang van de leden bij professionele belangenbehartiging. Daarover kunnen de afgevaardigden naar een congres beter een zorgvuldig oordeel vellen.
----------------------------
29). Bondsraad krijgt instemmingsrecht voor samenwerkingsbesluiten (Rotterdam)
De afdeling Rotterdam is van mening dat iedere stap in een verdergaande samenwerking tussen de NPB en de ACP vooraf moet worden voorgelegd aan de bondsraad – en dus niet pas wanneer die stap al wordt uitgevoerd of daar plannen voor worden gemaakt. Pas nadat de bondsraad heeft ingestemd met een nieuwe stap, kan daar uitvoering aan worden gegeven.
Om dit te regelen wordt aan artikel 16 van de statuten (bevoegdheden bondsraad) een extra lid toegevoegd, dat luidt: (Tot de bevoegdheden van de bondsraad behoort het) vaststellen van nieuwe stappen in de samenwerking met andere vakbonden of verenigingen.
Deze nieuwe bepaling ligt in de lijn van andere in artikel 16 genoemde bevoegdheden van de bondsraad, zoals het vaststellen van de begroting (lid 1), de hoogte van de contributie (lid 2), het algemene jaarverslag (lid 3) en de inzet van de NPB bij cao-onderhandelingen (lid 5). Dit zijn allemaal bevoegdheden die de bondsraad toegekend heeft gekregen op basis van zijn functie als ‘waarnemende ledenvertegenwoordiging’ tussen twee ledencongressen in.
Stemadvies
Het hoofdbestuur ontraadt het congres dit voorstel aan te nemen. Elke samenwerking met andere bonden voorleggen aan de bondsraad is onwerkbaar. Denk aan gezamenlijk met andere bonden optrekken in cao-overleg of werkgroepen.
-----------------
Amendement 1 (Amsterdam)
De afdeling Amsterdam stelt voor in dit voorstel het woord samenwerking te vervangen door het woord fusie(proces).
Stemadvies hoofdbestuur
Het hoofdbestuur adviseert het congres TEGEN dit amendement te stemmen. Het beoordelen van een fusie(proces) is een bevoegdheid die statutair is toebedeeld aan de hoogste macht binnen de bond: het congres.
------------------------------------
Amendement 2 (Oost-Brabant)
In het voorstel moet worden verduidelijkt dat het gaat om elke vorm van verdergaande samenwerking in het kader van bedrijfsvoering.
Stemadvies hoofdbestuur
Het hoofdbestuur adviseert het congres TEGEN dit amendement te stemmen. Deze bevoegdheid is toegekend aan het hoofdbestuur. Bij een voornemen tot verdere samenwerking met de ACP op het gebied van de bedrijfsvoering zal de bondsraad zoals altijd nauw betrokken worden.
-----------------------
Amendement 3 (Oost-Brabant)
In het voorstel kan niet uitsluitend één bond (de ACP) worden genoemd; de formulering moet worden gewijzigd in samenwerking (in het kader van bedrijfsvoering) met een andere bond.
Stemadvies hoofdbestuur
Het hoofdbestuur zal het instemmen met dit amendement niet ontraden, want het is een logisch verbetervoorstel om congresvoorstel 29 consistent te krijgen. In het tekstvoorstel voor de beoogde extra bevoegdheid in de statuten (tweede alinea) wordt immers wel in algemene zin gesproken over ‘samenwerking met andere vakbonden of verenigingen’. Het zal echter duidelijk zijn dat deze aanpassing niet leidt tot een positief stemadvies van het bestuur over congresvoorstel 29.
----------------------------
30). Vasthouden aan afspraken onverenigbare functies (Noord-Holland)
De NPB houdt bij het realiseren van meer samenwerking met de ACP principieel vast aan de huidige afspraken over de onverenigbaarheid van functies binnen de bond, zoals nu nog vastgelegd in artikel 10 (leden hoofdbestuur) en artikel 10a (leden afdelingsbestuur) van het huishoudelijk reglement.
Toelichting
Het heeft ons de afgelopen tien jaar veel energie gekost om deze regelingen af te spreken. Wij willen het bestuur via een congresbesluit op het hart drukken deze spelregels niet op te offeren om meer samenwerking met een andere bond mogelijk te maken.
Stemadvies
Het hoofdbestuur ontraadt het congres dit voorstel aan te nemen. Ten eerste gaat dit voorstel eraan voorbij dat de discussie over de onverenigbare functies binnen de bond nog volop leeft, gezien een aantal andere congresvoorstellen. Met andere woorden: de huidige afspraken zijn wellicht niet blijvend. Ten tweede is het ook onnodig om de opties van het bestuur vooraf op deze manier te beperken. Plannen voor verdere samenwerking met de ACP (en/of andere bonden) en de gevolgen daarvan voor de NPB als vereniging zullen altijd ter goedkeuring aan de leden(vertegenwoordigers) worden voorgelegd.
N.B. De bedoelde bepalingen over de onverenigbare functies staan in artikel 9 van het herziene huishoudelijk reglement 2022.
----------------------------
31). Vasthouden aan afspraken zittingstermijnen (Noord-Holland)
De NPB houdt bij het realiseren van meer samenwerking met de ACP principieel vast aan de huidige afspraken over de zittingstermijnen voor kaderleden, zoals nu nog vastgelegd in artikel 14 (leden bondsraad) en artikel 18 (onbezoldigde hoofdbestuurders) van de statuten en in artikel 14 van het huishoudelijk reglement (leden afdelingsbestuur en OR-kandidaten).
Toelichting
Het heeft ons de afgelopen tien jaar veel energie gekost om deze regelingen af te spreken. Wij willen het bestuur via een congresbesluit op het hart drukken deze spelregels niet op te offeren om meer samenwerking met een andere bond mogelijk te maken.
Stemadvies
Het hoofdbestuur ontraadt het congres dit voorstel aan te nemen. Ten eerste gaat dit voorstel eraan voorbij dat de discussie over de zittingstermijnen binnen de bond nog volop leeft, gezien een aantal andere congresvoorstellen. Met andere woorden: de huidige afspraken zijn wellicht niet blijvend. Ten tweede is het ook onnodig om de opties van het bestuur vooraf op deze manier te beperken. Plannen voor verdere samenwerking met de ACP (en/of andere bonden) en de gevolgen daarvan voor de NPB als vereniging zullen altijd ter goedkeuring aan de leden(vertegenwoordigers) worden voorgelegd.
N.B. De bedoelde bepalingen over de zittingstermijnen staan in artikel 8 van het herziene huishoudelijk reglement 2022 (afdelingsbestuurders) en in artikel 19 (bondsraadleden) en artikel 24 (onbezoldigde hoofdbestuurders) van de herziene statuten 2022.