12). Ruimer toezicht bondsraad op hoofdbestuur

Congresvoorstel afdeling Rotterdam
De bondsraad moet meer ‘zeggenschap’ krijgen over de beslissingen van het HB. In de huidige structuur is de zeggenschap van de bondsraad beperkt tot de limitatieve onderwerpen genoemd in artikel 16 van de statuten en kan de bondsraad formeel niet opkomen tegen de beslissingen van het HB op het gebied van beleid, aanschaf van goederen et cetera. Gezien het gestelde in de nieuwe Wet bestuur en toezicht rechtspersonen lijkt het de afdeling Rotterdam voor de hand liggen om de toezichthoudende taak formeel bij de bondsraad te leggen.

Stemadvies
Het hoofdbestuur ontraadt het congres dit voorstel aan te nemen. Een ingrijpende wijziging in de bevoegdheden van de verenigingsorganen dient binnen de vereniging zorgvuldig bediscussieerd te worden. Dat is in dit geval (nog) niet gebeurd.

Het huidige artikel 16 van de statuten geeft de bondsraad een royale bevoegdheid op toezichthoudend en bijsturend gebied. Het voorstel van Rotterdam maakt niet (voldoende) duidelijk welke ‘beslissingen’ van het HB momenteel aan het toezicht van de bondsraad ontsnappen en door welke extra bevoegdheden dat toezicht zou verbeteren. Met andere woorden: kan het zijn dat de toezichthoudende bevoegdheden op zich goed geregeld zijn, maar dat de praktische mogelijkheid om daarvan gebruik te maken te wensen over laat?

Ook roept het voorstel de vraag op wat de afdeling Rotterdam precies onder ‘toezicht’ verstaat. Het voorstel lijkt te streven naar een vrij actieve vorm daarvan, die in feite neerkomt op het kunnen tegenhouden van alle beslissingen van het hoofdbestuur. Dat lijkt wat te hoog gegrepen, zelfs als de bondsraad zou worden verbouwd tot een Raad van toezicht zoals bedoeld in de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen. Ook dan blijft zijn toezichthoudende bevoegdheid beperkt tot signaleren en adviseren.

Het bestuur krijgt een uitvoerend mandaat van een congres en is voor zijn doen en laten op basis van dat mandaat (‘beleid’) verantwoording verschuldigd aan het (volgende) congres. De bondsraad heeft in de jaren tussen twee congressen een belangrijke rol te spelen in het op koers houden van het bestuur. Daarbij moet de bondsraad opereren in het spanningsveld tussen het besturen zelf (verantwoordelijkheid HB) en het nemen van voor de bond cruciale beleidsbeslissingen – waaronder het goed- of afkeuren van het beleid van het bestuur (verantwoordelijkheid congres).

De onvrede over het huidige functioneren van de bondsraad in dat spanningsveld komt voor een belangrijk deel voort uit een democratisch gebrek op hoger niveau: sinds 2014 houdt de NPB nog slechts eens in de vier jaar een ledencongres over het beleid van de bond. Het hoofdbestuur zal op het congres in 2022 voorstellen over te stappen op een jaarlijks ledencongres.

Met de bondsraad is afgesproken de tijd te nemen om te kijken welke praktische gevolgen dat besluit heeft voor het functioneren van de BR. Mocht alsnog blijken dat wijzigingen in bevoegdheden van bondsorganen wenselijk/noodzakelijk zijn, dan kunnen daarover voortaan jaarlijks congresvoorstellen worden ingediend.