De Vierdaagse van een voorzitter
Ik had de eer om de Nijmeegse vierdaagse te mogen meelopen met de eenheid Midden-Nederland. En na maanden trainen stonden we daar dan samen met 600 andere collega’s aan de start. Ik zeg andere collega’s, maar technisch gezien ben ik als vakbondsvoorzitter niet in dienst van de NP maar in dienst van de leden.

Naast dat het enorm bijzonder eervol is om met zo’n mooie club mensen te mogen trainen en een week alle emoties en kleuren aan te tikken van de Bruynzeel-doos, had ik misschien de impact van het uniform op de vierdaagse een klein beetje onderschat. Want loop je de vierdaagse mee, dan doe je dat bij de Nationale Politie in uniform. Ik deed dat met de vlammen op mijn schouders. En nog nooit heb ik zo mogen ervaren wat dat vuur doet met mensen. We lopen in kolonne een best aardig tempo en het is zaak dat je twee aan twee bij elkaar blijft, elke dag. Maar je zakken zitten ook vol kleine cadeautjes voor de kinderen onderweg. Velen van onze groep hebben menig sprintje moeten trekken omdat we net dat ene kind nog een sticker wilden geven.
Fanclub op straat
Voor alle politiemedewerkers die soms het gevoel hebben dat we geen fans hebben, raad ik je aan de vierdaagse mee te lopen met de baas. Want de fanclub is daar op straat. Zoveel applaus, aanmoedigingen, speciale liedjes (ik kan heel even de 'bij de politie' van K3 niet meer horen) heb ik nog nooit gehad. Maar het mooiste is misschien wel het gezicht van het kind die van jou een tattoo krijgt van de politie. En die vervolgens zijn of haar arm de volgende dag omhoogtrekt en jij mag zeggen: 'hey collega!' De trots is enorm!

De vlam is verbindend: naar de kinderen, de mensen uit het verzorgingshuis en de velen die vragen hoe je kan komen werken bij de politie. Maar het raakte mij misschien wel het meest hoe verbindend de vlam is met collega’s. Ik heb lief en leed gedeeld met velen uit 'mijn' detachement. Een verbinding die nooit kwijtraakt.
Ik kreeg van de detachementsleider Hans, namens de groep, tijdens het opspelden van mijn kruisje een heel speciale ere-munt, namelijk de vlam. Opdat ik misschien niet meer dagelijks de vlam op mijn schouders mag dragen, maar wel altijd mee mag dragen. Ik wist niet wat tranen waren van trots, tot nu….
Ik zal mijn munt - de vlam - bij mij dragen. Maar meer dan ooit zit de vlam in mijn hart.